ten uit voort ten aanzien van de geschiedenis van de Republiek, stadsgeschiedenis in het algemeen en de Zeeuwse geschiedenis in het bijzonder. Deze inzich ten komen vanzelfsprekend integraal in de delen twee en drie van onze Zeeuwse geschiedenis terecht.' De boeken zullen dus inhaken op de jongste wetenschappelijke discussies en refereren aan de nieuwste inzichten op het terrein van de regionale geschiedschrijving. 'Maar ook op het gebied van de archeologie, agrarische geschiedenis, sociale geschie denis, religieuze geschiedenis enzovoort', verduide lijkt Brusse. 'Vaak gebeurt dat impliciet, want het publiek zit niet te wachten op uitgebreide debatten in het boek.' Behalve aan nieuwe kennis zal het Zeeuwse OGC- project ook ruimte bieden aan actuele historische aandachtsgebieden en 'technieken' zoals oral history, waarbij nog levende ooggetuigen bevraagd worden over hun herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen en omstandigheden. 'Indien de auteurs van het laatste deel (periode 185 o-heden) het nodig achten interviews af te nemen, zijn ze daar vrij in', zegt Paul Brusse. Daarnaast kunnen ze een beroep doen op bestaande publicaties die op vraaggesprekken zijn gebaseerd. Een interessegebied als 'verdronken geschiedenis', dat sinds enkele decennia enorm leeft in Zeeland, komt uiteraard ook aan bod. Peter Henderikx: 'In het bijzonder de grote overstromingen van 1530 en 1532, maar ook de vroegere in het noorden van Vlaanderen worden uitgebreid behandeld. Verder zijn verdronken dorpen in de tijd vóór ze verdronken uiteraard net zo belangrijk als dorpen die nooit verdronken zijn.' Financiën Vier kloeke delen geschiedenis van Zeeland: een omvangrijk project. Daarbij komt dat de boeken bedoeld zijn voor een groot publiek en dus betaal baar moeten zijn. Grote subsidiënt is de provincie Zeeland: zij steekt ongeveer 1,1 miljoen euro in de onderneming, welk bedrag grotendeels is verspreid over de begrotingsjaren 2009 tot en met 2013. De subsidie is verstrekt aan het Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur van de Universiteit Utrecht; de Stichting Historisch Onderzoek Zeeland staat erbuiten. De kostenverdeling over de vier achtereen volgende delen is 173.655, 232.317, 288.565 en 184.304 euro. Daar komt 213.800 euro bij voor de kosten van de uitgave en copyrights. Totale kosten zonder BTW: 1.092.641 euro. De begroting is gebaseerd op wie vooraf toege zegd heeft als auteur en redacteur, legt Brusse uit. De verschillen per deel hangen af van de manier hoe mensen betaald worden. 'Sommigen krijgen een pagi navergoeding, anderen worden korte tijd aangesteld bij de Universiteit Utrecht, wat veel duurder is, onder andere omdat je dan ook met werkgeverslasten en overheadkosten zit. Het totale bedrag lijkt heel hoog, maar als je iemand drie maanden op een normaal salaris voor academisch geschoolden aanstelt, voor onderzoek en schrijven, ben je al gauw 25.000 euro kwijt. We werken met twee "soorten" auteurs uit kos tenbesparing, anders werd het project te duur. Som mige auteurs hebben al een goed inkomen, anderen niet.' Het OGC garandeert, benadrukt Brusse nog eens, voor dat bedrag vier manuscripten van hoog wetenschappelijk niveau. Niettemin komt het totale subsidiebedrag in een tijd van scherpe bezuinigingen - weliswaar aangekon digd na de start van het project - nogal gul over. Wat is er eigenlijk mis met recente, meer beknopte en vrij wel niet gesubsidieerde overzichten van de Zeeuwse geschiedenis voor een breed publiek, zoals Geschiede nis van Zeeland (over de Zeeuwse canon, 2009) en Het verhaal van Zeeland (2005)? Het laatstgenoemde wordt door de Koninklijke Bibliotheek en het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis zelfs als 'essentieel' handboek toegevoegd aan het digitaliseringsproject Apparaat Nederlandse Geschiedenis (ANG). Ook in de provinciale onderzoeksagenda van de Zeeuwse arche ologie (POAZ) is het geklasseerd als goede inleiding in de regionale archeologie. Brusse vindt Het verhaal van Zeeland goed geschre ven en helder, maar ook fragmentarisch en journa listiek: 'Zulke boeken bieden een eerste en goede introductie op de geschiedenis van Zeeland. Maar veel onderwerpen ontbreken. Dat kan ook niet anders als je 310 bladzijden tot je beschikking hebt.' In de tekst genoemde publicaties M. van Empel en J. Pieters, Zeeland door de eeuwen heen. 2 dln., Middelburg 1935-1959. J. Jongepier, Zeeland in de prehistorie. Middelburg 1995. Jan J.B. Kuipers en Robbert Jan Swiers, Het verhaal van Zeeland. Hilversum 2005. Jan J.B. Kuipers en Johan Francke, Geschiedenis van Zeeland. De canon van ons Zeeuws verleden. Zutphen 2009. 87 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2010 | | pagina 87