ZUIDERSfRAN
LAUDS
ste plaats geïnteresseerd is in de geschiedenis van de
eigen omgeving.
Nog dit najaar verschijnt het deel Gelderland en
Utrecht, vervolgens komen Groningen, Friesland,
Drenthe en Overijssel aan de beurt, daarna Noord- en
Zuid-Holland (4), Amsterdam (5) en ten slotte Rot
terdam (6).
Zijn de algemene doelstellingen in het aan Zee
land gewijde segment gerealiseerd? Vastgesteld kan
worden dat we voor de behandelde periode in Zeeland
niet kunnen spreken van concentratie van een bepaal
de sector zoals in Twente of West-Brabant. De opgeno
men ondernemers vertegenwoordigen een gevarieerd
staal van activiteiten. De afdeling Zeeland opent met
een korte inleiding getiteld 'Het unieke karakter van
Zeeland', grotendeels ontleend aan het standaardwerk
Provincie in de periferie. De economische geschiedenis van
Zeeland 1800-2000 (2005), besproken in aflevering
1/2 van jaargang 2006 van dit tijdschrift en in de
literatuuropgave van de Zeelandinleiding in Neder
landse Ondernemers ernstig verhaspeld weergegeven.
Het 'unieke karakter' van Zeeland wordt gekenmerkt
door een laat industrialisatieproces, vooral wegens de
perifere ligging. Nog altijd is de Zeeuwse economie
volgens de inleiding afhankelijk van ontwikkelingen
elders: expansie óf krimp van de Rotterdamse en
Antwerpse havens (waar blijft onze containerkade?).
Anderzijds is als gevolg van het door overheden
gevoerde industrialisatiebeleid met stimulering van de
chemische nijverheid een grote mate van eenzijdig
heid ontstaan. 'Die afhankelijkheid maakt de Zeeuwse
economie tot op de dag van vandaag kwetsbaarder
dan vergelijkbare regio's in de nationale economie.'
Dus toch een specialisering, maar dan daterend uit de
periode na die van de beschreven ondernemers.
Vervlechting van de biografieën van de in Zee
land actieve ondernemers met de geschiedenis van
het gewest is door de auteurs niet al te consequent
nagestreefd. De algemene historische context ont
breekt of wordt afgedaan met een paar zinnen. Het is
misschien ook een (te) grote opgave voor dergelijke
beknopte biografische schetsen. Soms gaat dit ech
ter op veronachtzaming lijken. In het verhaal over
de fameuze Arie Smit van De Schelde in Vlissingen
wordt de geruchtmakende, zeer langdurige staking in
de hete zomer van 1928 (van 26 mei tot 2 oktober!)
met welgeteld één regel afgedaan. En dat is toch te
karig.
Walcherse sporen
Vijf professionele Walcherenkenners Peter Blom,
Peter Henderikx, Aad de Klerk, Peter Sijnke en Ad
Tramper maakten de Historische atlas van Walcheren.
Continuïteit en verandering op een Zeeuws eiland
(Vantilt, 29,95). Het boek is qua omvang en uit
voering heel wat minder imponerend dan de eerder
verschenen Landschapsatlas van Walcheren (bespro
ken in aflevering 5/6 van de vorige jaargang van dit
tijdschrift), maar is ook een stuk goedkoper. Via de
stapstenen van nu en dan qua onderwerp wat wille
keurig aandoende hoofdstukken (waarbij de teksten
niet altijd naadloos op de afbeeldingen aansluiten)
worden we vanaf de prehistorie (bedacht met één
Affiche door Louis Heymans voor het Vlissingse badstrand (ca
1925); afbeelding uit de Historische atlas van Walcheren.
93 Zeeuws Tijdschrift 2010 3-4