en tot gevoelens van vreugde en dankbaarheid om
het plaatsvervangende lijden voor de zonden door
Christus. Zowel Picander als Bach voelden zich
thuis in een bijna mystieke vorm van het Lutherse
geloof. Beider werk stond in het teken en dienst van
dat geloof. Het was aan de componist om de juiste
muziek bij de woorden te vinden. De woorden waren
het uitgangspunt.'
Jos van Veldhoven ziet voor zich hoe Bach noten
balken begint te tekenen en J.J. schrijft in de linkerbo
venhoek, een afkorting van Jesus Juva, hetgeen 'Jezus
helpt' betekent. Dat deed hij altijd, net zoals hij zijn
stukken altijd afsloot met de tekst Soli Deo Gloria,
Alleen God zij eer. Zo was Bach. 'Hij zal goed nage
dacht hebben over de structuur. Een lange tekst met
muziek vraagt een degelijke opbouw. Hij is karig met
aanwijzingen. Die zijn er noch voor dynamiek, tempo
of instrumentkeuze. Dat was voor Bach ook niet nodig.
Hij dirigeerde immers zelf en kon ter plekke aangeven
hoe hij het wilde hebben. Voor ons als dirigenten is dat
wel eens lastig maar tegelijkertijd juist interessant om
op zoek te gaan naar de verschillende mogelijkheden.'
Bach heeft de muzikale grammatica van zijn tijd
perfect in zijn vingers. Hij weet hoe hij melancholie,
hoop, lijden of liefde moet verklanken. Een melancho
lieke toonsoort afgewisseld door hoopvolle klanken.
Hij onderstreept de woorden met muziek, geeft er
diepte aan, hij vertolkt ze zo dat we zelfs wanneer we
de woorden niet zouden begrijpen, we de strekking
ervan kunnen meevoelen. Soms is Bach zeer beel
dend. Een concertbezoeker vertelt hoe hij uitkeek naar
het fragment waar Judas de zilverlingen de tempel
in werpt. 'Je hoort door de violen het geld alle kanten
uitrollen.'
Ook voor Amaryllis zijn de woorden essentieel. 'In
dit repertoire vertrekt de muziek vanuit de tekst. Je
kunt niet Aus Liebe zingen en er dan niet aan denken
dat het over die speciale liefde gaat, dat kun je niet
negeren. Je hoeft niet per se gelovig te zijn, maar je
moet je kunnen inleven in het verhaal. Zonder de
tekst zou er geen Passie zijn.
Pure liefde zonder bas
Dat de muziek een uitmuntend kunstwerk is, daar
over is iedereen het eens.
Van Egmond noemt de muziek geniaal, Bart Naes-
sens en Amaryllis Dieltiens zijn vol bewondering
over de intelligentie waarmee Bach gevoelens via de
muziek weet over te brengen en Jos van Veldhoven
durft zelfs te stellen dat Bach wellicht de grootste
componist ooit was.
De muziek bestaat uit aria's, koralen en recitatie
ven. Dat is slechts de grote indeling. Er valt in detail
zoveel te beleven en te beluisteren. Bart speelt op het
orgel de continuopartij. Meestal is dat de basis van
een werk en geeft deze partij de maat. Bij Bach heeft
de continuo ook die rol, maar als partij is hij uiter
mate interessant: 'Het aardige van Bach is, dat hij
alle partijen een gelijkwaardige rol laat spelen. Voor
ons als continuospelers is de Matthaus-Passion een
hoogtepunt, want het is een van de meest complexe
werken die er binnen dit oeuvre bestaan. Het is gigan
tisch lang en daardoor moeilijk. Je speelt van de eerste
tot de laatste noot en dat drie uur lang. Na zo'n uit
voering moet je de nodige recuperatietijd inplannen.
Tegelijkertijd is het een van de mooiste stukken om
te doen. De continuopartij is de basis van het muziek
stuk en dienstbaar aan de andere partijen. Bijna alles
komt vanuit de bas, de momenten waar de bas weg
valt zijn heel aparte momenten. Iedereen herinnert
zich na afloop de aria Aus Liebe omdat precies daar de
bas wegvalt. Dat is een bizar moment, Bach doet dat
welbewust. Precies op het moment waarop Jezus zich
voor de mens opoffert, op het moment dat de essentie
van het thema, die pure liefde, klinkt, daar valt de bas
weg, daar ontstijgt de muziek het aardse.'
Retourtje barok
Sinds de schepping van het werk is de Matthaus-
Passion op allerlei manieren uitgevoerd. Hoe de
muziek in de tijd van Bach heeft geklonken, weten
we niet exact, al is er inmiddels veel onderzoek naar
gedaan en over hoe de klank was van de instrumen
ten die gebruikt werden, is al heel wat bekend. In de
negentiende-eeuwse versie van Mendelssohn werd
gebruikgemaakt van nieuwe instrumenten en grote
koren. Tegenwoordig zijn de uitvoeringen weer sober
der wat instrument en stemmen betreft.
Bart Naessens: 'Er is wel veel veranderd: de
hoogte, de stemming, de bezetting is soberder gewor
den, met name van het koor. Vroeger zongen we een
Matthaus-Passion met een koor van 120 stemmen.
Nu zijn er hooguit drie zangers per stem. Dat is nogal
een verschil. Die verandering is gestoeld op nieuwe
inzichten. Dat er minder uitvoerenden zijn, wil niet
zeggen dat het minder theatraal is.
32 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2