Amaryllis D ie It ie n ssopraan; achter haar de organist Bart Naessens. Foto: Pieter Van Impe.
De Duitse barok is zeer expressief en is zo extreem
doordat die kan variëren van een grote nadruk leggen
tot bijna niets, zodat er een krachtig geheel ontstaat.
We zijn altijd op zoek naar combinaties. We kunnen
nu wel zeggen dat we de juiste mix gevonden hebben,
maar misschien staan we over dertig jaar weer heel
ergens anders. De tijdgeest is hierin heel belangrijk.
Ik zou heel graag de Matthaus-Passion horen zoals die
in de tijd van Mendelssohn klonk, met klarinetten en
een grote bezetting. Dat lijkt me geweldig. Dat moet
fantastisch zijn. Een dergelijke productie kost heel wat
en is daarom minder evident.'
Max van Egmond heeft een evolutie in de muziek
mogen meemaken: 'De uitvoering is natuurlijk
onderhevig aan mode. Nadat de Passie wat in de
vergetelheid was geraakt, heeft Mendelssohn hem
een eeuw later weer opgepakt en uitgevoerd. Belang
rijk, want sindsdien wordt de Matthaus weer vaker
opgevoerd. Maar Mendelssohn paste de orkestratie
aan de verlangens van zijn tijd aan: romantischer,
dramatischer. We zien dat in Nederland ook. Willem
Mengelberg (1871-1951) werkte als dirigent eveneens
in die romantische traditie: trage tempi, dramatische
uitbarstingen. Wel begrijpelijk als je het verhaal
beschouwt. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er
meer belangstelling voor de vraag hoe de muziek
vroeger geklonken heeft. Dat had wel gevolgen.
Het aantal uitvoerenden werd kleiner, met name de
koren. De muziekinstrumenten, zoals de klarinet
waarvan Bach nog geen weet had, werden vervan
gen door replica's van oude instrumenten. Daardoor
krijg je een heel andere kleur. De muziek werd door
zichtiger, lichter. Ik heb mogen meegroeien. En ja,
de ontwikkeling die zich in de oude muziek heeft
afgespeeld, past wel bij me, bij mijn voorkeuren. Het
moet bij je stem passen. Als je iemand bent met een
groot volume en veel dramatiek past opera meer.'
Amaryllis is het daarmee eens. 'Ik ben opgevoed
in de oude muziek en ik voel me er prima bij, maar
dat wil niet zeggen dat ik geen andere muziek kan
33 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2