dat Peter Harvey die aria zingt... Fenomenaal. Deze
aria speelt zich af in koor i en daar hoef ik niet te spe
len, enkel luisteren en genieten.'
Het gesprek lijkt zo nu en dan een duet tussen
Bart en Amaryllis, ze vullen elkaar aan, nuanceren
elkaar, en dat alles harmonieus. Amaryllis valt in:
'Daar heb je de hele Passie gehad. Wanneer ik dat
hoor, krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Daarin
komt alles van de hele Passie samen. Je komt daar
tot rust.' Jos van Veldhoven: 'Voor mij verandert het
voortdurend. Ik heb niet een favoriet moment. Soms
wel na afloop van een uitvoering dat ik denk: ach,
wat was dat bijzonder. Vorig jaar in Aardenburg was
dat een recitatief aan het begin van het tweede deel,
gezongen door de tenor: Mein Jesus schweigt. Dat kan
je dan zo raken. Dat is het karakteristieke van muziek.
Het ene moment is het er, en dan is het verdwenen.
Muziek moet gespeeld worden om levend te
blijven. Muziek is geen object, geen beeld in een
museum. Het moet steeds ter plekke gemaakt worden
en dan is het weg. Het is even heel intens en niet te
ontlopen aanwezig en dan weer verdwenen. Zelfs een
poging de muziek te vangen in de cd, verandert niets
aan de zaak. De muziek en het bijbehorende gevoel
bij de uitvoering kan nooit herhaald worden. Op vani-
tasschilderijen staat vaak een muziekinstrument als
teken van vergankelijkheid. Muziek is voorbij als het
voorbij is, het komt nooit meer terug.'
Applaus of louter stilte?
Jos van Veldhoven: 'Beide zijn indrukwekkend. Maakt
me helemaal niet uit. Op verschillende plekken in de
wereld uiten mensen zich verschillend. Je kunt men
sen niet zeggen hoe ze spontaan moeten zijn. Elke
uitvoering is weer anders en ook het publiek reageert
anders, dat is het mooie ervan.' Max van Egmond:
'Applaus is een kwestie van mode of gewoonte.
Vroeger werd het echt niet gedaan. Zo'n tragisch ver
haal, daar ging je niet voor klappen. Het was trouwens
plaatselijk heel verschillend. In een kerk was het wat
minder gebruikelijk dan in een concertzaal. Sommige
dirigenten wilden het absoluut niet hebben, dat lieten
ze dan ook in het programmaboekje drukken. Er zijn
plaatsen waar het publiek gaat staan om dankbaar
heid te tonen. Als solist moet ik zeggen dat een warm
applaus aan het eind me altijd goed deed.'
Bart Naessens: 'Ik vind het wel prettig dat het
stil is zolang de muziek nog voelbaar is. Er mag best
Max van Egmond, 1969. Foto: Fayer, Wenen.
wat tijd zitten tussen de laatste noten en het applaus.
En na zo'n stuk, wat moet een applaus dan nog?'
Amaryllis Dieltiens: 'De stilte hoort wel bij de muziek,
maar de eerste keer dat we klaar waren en er geen
applaus kwam, wist ik niet hoe ik het had. Wat moest
ik doen? Moest ik wel weglopen? Wachten? Nu ik het
weet, vind ik het ook mooi. Het hoort bij het respect
dat je in Nederland voelt tijdens de Matthaus-Passion.'
Onaards
Max van Egmond: 'Ik vind het een geweldige locatie.
Het heeft wel iets om eerst urenlang met een bus het
land door te reizen om dan in die geweldige kerk te
gaan zingen. Ik was de eerste keren geïntimideerd
door de enorme afmetingen van de kerk en heb me
afgevraagd of het koor het publiek achter in de kerk
36 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2