wel zou kunnen bereiken. Dat schijnt mee te vallen.'
Bart en Amaryllis houden juist van de intimiteit
van de kerk. 'Het publiek is dichtbij. De ruimte voor
de koren en het orkest is klein. Normaal zou daarover
gemord worden, maar hier neemt iedereen het voor
lief. Bart vertoont een brede lach wanneer hij aan de
uitvoering van vorig jaar denkt: 'We zaten daar als
continuogroep met twee orgels en een klavecimbel als
drie vorsten naast elkaar. We zaten zo dicht op elkaar
dat we elkaar konden aanraken. We hoorden alles, ook
nuances, die ons normaal ontgaan. Het was bijzonder.'
Amaryllis: 'Het publiek is toegewijd, er wordt met
respect geluisterd. Er zal niemand kuchen tijdens de
Matthaus-Passion. Het lijkt typisch Nederlands om zo
eerbiedig met deze muziek om te gaan. De muziek
wordt er bijna heilig van. De eerste keer moest ik even
wennen, had ik schoenen met hakjes aan. Ik wilde
in die bijzondere sfeer tijdens het lopen geen geluid
maken. Ik heb op mijn tenen gelopen. Nu vind ik het
juist mooi en bij deze muziek passen. Voor mij voegt
het iets aan de sfeer toe. Ik begrijp heel goed dat er
zoveel liefhebbers uit België en Noord-Frankrijk naar
deze uitvoering komen. Het is niet zomaar een con
cert, het is een beleving.'
Voor Jos van Veldhoven zit de kracht ten dele in
de herhaling: 'De sfeer in Aardenburg en in Naarden
ook is zo krachtig omdat de muziek jaar in jaar uit
wordt uitgevoerd. Er is een sterke traditie ontstaan. De
muziek brengt elk jaar weer vele mensen bijeen. De
gebeurtenis is een symbool geworden dat het individu
ontstijgt. Je voelt het wanneer mensen op die manier
samenkomen. In een willekeurige andere kerk waar
duizend mensen samenkomen, voel je niet dezelfde
kracht.'
Diepmenselijk
De eerste keren dat de kerkgangers van de Thomaskerk
in Leipzig de Matthaus-Passion hoorden was de
muziek nieuw, voor sommigen té nieuw. Nu kennen
de bezoekers de muziek al in talloze uitvoeringen,
nog voordat ze naar het concert gaan. De eerste
mensen die de muziek ondergingen, ervoeren die
als deel van de liturgie in de Lijdenstijd, nu horen de
bezoekers gesublimeerd lijden en liefde in de muziek
en hebben veel universelere ervaringen. 'Een belang
wekkend aspect van deze grote compositie is de wijze
waarop zij rouw en verdriet belicht', schrijft Geck in
De Geheimen van de Matthaus Passion. 'Pijn, onrust,
wreedheid, verraad en sterfelijkheid zijn voor Bach
niets anders dan fenomenen die bij het bestaan horen
en waarmee we moeten leven. Het zijn geen schoon-
heidsfouten die kunnen worden weggewerkt, maar
basisdisposities die in deze wereld bestaan, omdat de
wereld is zoals zij is.'
Juist supermenselijk of bijna hemels, beide ele
menten lijken op te gaan voor de Matthaus. Wagner
schreef over de Matthaus-Passion dat deze met een
dergelijk rijke en geheimzinnige fantasie is begiftigd
die schoonheid ontbeert maar aan het verhevene weet
te raken en daarbij alle schoonheid overtreft (Geck
2010:102).
Misschien ligt daarin wel het geheim. Wellicht is
het religieuze voelen waaraan we raken wel zo intens
omdat het samenvalt met onze diepst menselijke
gevoelens van pijn, lijden en van liefde.
Wanneer ik Jos van Veldhoven de vraag voorleg of
de Matthaus-Passion verheven religieus of diepmen
selijk is, aarzelt hij niet. 'Het is het diepmenselijke
dat ons raakt.' En in een artikel beschrijft hij dat nog
uitgebreider. Jos van Veldhoven: 'Religieuze muziek
wordt in de concertzaal ten gehore gebracht en de
dominee is vervangen door de dirigent (Van Veldho
ven 2010:2010 e.v.). Tegelijkertijd zien velen de Pas
siemuziek als een indrukwekkende concentratie van
metaforen die vrijwel het complete zielenleven van
ieder mens omvatten. De Passie is geworden tot een
kerk voor iedereen.'
Mijn dank gaat uit naar Herman van Laecke die mijn
geestdrift voedde en me van veel informatie voorzag.
Literatuur
Geck, M. (2010). Een schat in Aarden Vaten. In P. Dirksen
(red.), De Geheimen van de Matthaus-Passion, ambacht en
mystiek van een meesterwerk. Amsterdam: De Nederlandse
Bachvereniging/Uitgeverij Balans.
Glöckner, A. (2010). Bachs grosse passion. In P. Dirksen
(red.), De Geheimen van de Matthaus-Passion, ambacht en
mystiek van een meesterwerk. Amsterdam: De Nederlandse
Bachvereniging/Uitgeverij Balans.
Houten, K. van (1998). Van Taal tot Klank: de kruisvorm in de
Matthaus-Passion van J.S. Bach, Boxtel.
Nouwen, P. (1997). Het negende uur. Bussum: Uitgeverij
THOTH.
Rot, J. (2006). Dagboek Mattheus. Okapiboek.
Schuurman, B. (2008). J.S. Bach, Matthaus Passion; over achter
gronden van het libretto. Soesterberg: Uitgeverij Aspekt.
Veldhoven, J. van (2010). Zoals de componist het heeft bedoeld.
In P. Dirksen (red.), De Geheimen van de Matthaus-Passion,
ambacht en mystiek van een meesterwerk. Amsterdam: De
Nederlandse Bachvereniging/Uitgeverij Balans.
37 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2