«Hf r rj-|g- M fcr f r
-kT-ü r rJ j
-1 -1—3II
-1 twf c—'V p 1 - -♦
f- f-P ..-4 -rift
l-D -f-f—V—1J-
'■J* ja* f* 4^1 f'4 1 vl. j
i 1 f— i ti—)1ipp ii p
y'is <v -7^ -T-
'O j j- j «7 j j. - - 3 A a *r TL ■-
11
r
De Nederlandse musicus en musicoloog dr. Thijs Kramer vond in Engeland een aantal originele, vocale partijen terug die
Mendelssohn voor zijn Matthaus-uitvoering heeft gebruikt. De afbeelding toont een fragment uit de baspartij van koor II. Het
betreft het koraal 'Wer hat dich so geschlagen' dat door Mendelssohn in 1829 nog niet werd uitgevoerd (en dus een van de vele
coupures vormde) maar in 1841 weer werd toegevoegd toen hij de Matthaus in de Thomaskirche te Leipzig liet horen.
Mendelshohns ingekorte versie
Mendelssohn was in zijn missie - de herontdekking
van Bach door het grote publiek - geslaagd, mede
dankzij zijn goede voelhorens voor de smaak van dat
publiek. De Matthaus onder Mendelssohn was er
één in aanzienlijk ingekorte vorm: een aantal aria's,
recitatieven en koralen werd achterwege gelaten (men
spreekt in dit verband van 'coupures'). Het publiek
- inclusief de leden van de Singakademie - moest
immers overtuigd (om niet te zeggen: opgevoed) wor
den en zowel de muzikale als theologische voorkeu
ren waren niet gelijk aan die van honderd jaar daar
voor. Mendelssohn voerde het werk dus ook niet uit
binnen een liturgische context (hoewel Bach de passie
had geschreven ten behoeve van de Vespergottesdienst
op Goede Vrijdag) maar als openbaar concert in de
concertzaal van de Singakademie. De oboi d'amore,
oboi da caccia, en Basso continuo waren vervangen door
41 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2