weten dat de Johannes (Fassung i) van 1724 dateert, de Matthaus van enkele jaren later - is minder belang rijk dan die uitgesproken opinie over beide werken. Maar zou hij de Matthaus ooit in een goede uitvoering hebben gehoord? Het ligt voor de hand dat de zoveel kortere Johannes indertijd beter werd uitgevoerd dan de drieënhalf uur durende Matthaus. Zoveel is zeker: Bach zelf heeft de Matthaus meer gekoesterd dan enig ander werk van zijn hand. Dat leid ik niet alleen af uit het feit dat hij het mooiste koor uit de Johannes- Passion, 'O, Mensch, bewein' dein Sünde gross' - het oorspronkelijke openingskoor van die Passie - overhe velde naar de Matthaus waarin het nu, zoals bekend, het slotkoor vormt van het eerste deel, maar ook uit het feit dat hij in 1736 het hele werk nog weer bui tengewoon netjes overschreef. Daaraan 'hebben wij', zoals Emil Platen in zijn waardevolle boek over de Matthaus zegt, 'het bestaan van een van de schitte rendste handschriften van Bach te danken'. Toen dit handschrift later om onopgehelderde redenen zo beschadigd raakte dat de randen van de eerste twaalf bladzijden van de partituur eraf gebrok keld waren, heeft Bach de beschadigde plekken over- geplakt met nieuwe stroken papier en op dat papier heeft hij heel precies de weggevallen maten nieuw ingetekend. Zo na aan het hart lag hem dit meester werk! We mogen wel van geluk spreken dat wij de Mat thaus nog bezitten. Volgens de door Carl Philipp Emanuel c.s. in 1754 vervaardigde necrologie had zijn vader vijf Passies gecomponeerd. Als dat waar is - en waarom zou zoon Carl Philipp Emanuel zich op zo'n cruciaal punt vergissen? - zouden er maar liefst drie Passies verloren zijn gegaan. Van één van de Passies weten we zeker dat hij bestaan heeft: de Markus- Passion. Van beide andere Passies ontbreekt elk spoor. We mogen nog de vage hoop koesteren dat Carl Phi lipp Emanuel de in Bachs handschrift overgeleverde Lukas-Passion heeft meegeteld. (Overigens zijn delen van die Lukas-Passion overgeleverd in het handschrift van Carl Philipp Emanuel zelf.) Die Lukas-Passion kan overigens niet van Bach zelf afkomstig zijn. 'Als hij die gecomponeerd heeft,' aldus Brahms, 'dan nog in de tijd dat hij bedwaterde.' Toen na Bachs dood diens nalatenschap werd verdeeld, heeft Carl Philipp Emanuel de twee grote Passies gekregen en Wilhelm Friedemann, om zuiver praktische redenen - hij had geen behoefte aan grote Passies, kon ze namelijk in zijn standplaats Halle niet uitvoeren - de andere Passies. Helaas heeft Wil helm Friedemann de partituren van zijn vader niet zo zorgvuldig beheerd als zijn broer en daarom zijn er waarschijnlijk drie kleinere Passies verloren gegaan. Had Wilhelm Friedemann de Matthaus-Passion mee gekregen dan zou het werk nu waarschijnlijk verdwe nen zijn. Over Wilhelm Friedemann zijn vanwege het feit dat hij het werk van zijn vader zo slecht beheerd heeft, veel harde woorden gevallen, maar in Bach und die Nachwelt, deel 1, van Michael Heinemann en Hans-Joachim Hinrichsen wordt hem toch de hand boven het hoofd gehouden. Wilhelm Friedemanns leven was een tragedie. Peter Schleuning meldt: 'Wil helm Friedemann schijnt door de dood van zijn vader zo aangedaan te zijn geweest dat hij meteen door onregelmatigheden op het werk de basis voor zijn rus teloze leven begon te leggen.' Drank en armoede heb ben Wilhelm Friedemann gebroken. Als gevolg van geldgebrek was hij gedwongen de partituren van zijn vader voor goed geld te verkopen. Aldus is zijn deel van de nalatenschap naar alle windstreken verstrooid. Waaronder mogelijkerwijs drie Passies! Wanneer is de Matthaus-Passion voor het eerst uitgevoerd? Carl Friedrich Zetter schreef in het voor woord bij het programmaboekje van de befaamde uit voering van de Matthaus-Passion in Berlijn in 1829: 'Zo wordt ook deze muziek, in twee delen, waartussen de namiddagpreek plaatsvond, ter gelegenheid van de Goede-Vrijdagvesper in het jaar 1729 in de Thomas- kirche te Leipzig opgevoerd, en viert met de herhaling van vandaag haar eeuwfeest.' Picanders tekst, volgens de titel anno 1729 gepu bliceerd, bevestigt die datum. Maar sinds 1950 is er toch twijfel gerezen. In uitvoeringsmateriaal, beho rende bij het Sanctus dat later in de Hohe Messe werd opgenomen, bevinden zich al enkele maten van de aria 'Mache dich, mein Herze, rein'. Dat Sanctus dateert uit 1726-1727. Soms dateert men het zelfs vroeger. Hoe het ook zij: als de muziek thans beho rende bij 'Mache dich, mein Herze, rein' toen ook al bedoeld was voor die tekst en Bach derhalve toen al met de Matthaus-Passion bezig was, dient de datum 1729 herzien te worden. Maar het is, gelet op de manier waarop Bach werkte, helemaal niet ondenk baar dat die paar maten muziek oorspronkelijk voor een ander werk bedoeld waren. Hafner komt zelfs 45 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2011 | | pagina 45