Voor die stukken van Marais geldt volgens Geck dat ze
Bach 'bekend zouden kunnen zijn geweest'.
Intussen stem ik in met wat Dürr opmerkt in zijn
boek over het Wohltemperierte Klavier. 'Nu is de vraag:
"Waar heeft Bach dat vandaan?" een lievelingsbezig
heid van de onderzoekers'. Van heel veel thema's lees
je in de hedendaagse Bach-literatuur dat hij ze van
anderen had overgenomen. Terecht zegt Dürr: 'Tege
lijkertijd zou daarom de mogelijkheid niet uitgesloten
mogen worden, dat Bach ook eigen ingevingen had'.
Mij lijkt het onwaarschijnlijk dat Bach het hoofd
thema van het openingskoor bij Marais heeft weg
gehaald. Je kunt je nauwelijks een typischer Bach-
thema voorstellen dan deze zwaarmoedige, vanuit de
toonsoort e-klein opwellende melodie. Hoe het ook
zij: Bach durfde. Meteen aan het begin zette hij het
allerbeste wat hij te geven had. Desondanks maakt al
wat daarna komt diepe indruk.
Over de Matthaus hoef ik niet in extenso te schrij
ven. Wie de moeite neemt om dit boek te lezen, kent
het werk net zo goed als ik. En wat zou men er ook
over kunnen zeggen? Moet je wijzen op al die zo
wondermooi geharmoniseerde koralen? Brandts Buys
heeft daar prachtig over geschreven. Moet je de aan
dacht vestigen op die meeslepende strijkerspassages
bij het brood en de wijn van het avondmaal? Moet je
zeggen: let toch op dat schitterende duet van sopraan
en alt 'So ist mein Jesu nun gefangen' en op de koor
gedeelten daarin en op de wijze waarop dat overgaat
in 'Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwun-
den'? Moet je erop wijzen dat Bach als hij, zoals in het
slotkoor van deel één, met repeteernoten werkt altijd
op zijn best is? Moet je de aandacht vestigen op de
twaalfachtste maat van de 'Erbarme dich'-aria? In die
maatsoort heeft Bach vrijwel al zijn allermooiste com
posities genoteerd (het beginkoor van de Matthaus,
het middendeel van het Dubbelconcert voor twee violen,
de sopraan-aria van cantate 151, de Pastorale uit het
Weihnachtsoratorium etc). Moet je erop wijzen dat een
van de meest clichématige elementen uit de muziek,
het verminderde septime-akkoord, geweldig werkt
als het koor 'Barabbas' uitroept? Moet je de aandacht
vestigen op al die wonderschone arioso's? Met voor
mij als hoogtepunten 'Am Abend da es kühle war' en
'Ach Golgatha, unsel'ger Golgatha!'. Ik herinner mij
nog goed dat ik de Matthaus voor het eerst hoorde.
Op Palmzondag, op mijn zolderkamertje in Maas
sluis, een uitvoering vanuit het Concertgebouw onder
leiding van Eugen Jochum. Ik moest mijn oor tegen
de radio aan drukken, want ik kon hem niet hard
zetten. Deed ik dat, dan kwam terstond mijn moe
der naar boven rennen om mij bits te manen: 'Zet
in godsnaam dat ding wat zachter, we dreunen weg
beneden'. Toen, die eerste keer, moest ik natuurlijk
nog thuis raken in deze wonderwereld, was er veel dat
nog niet tot mij sprak. Maar er was één aria die mij
diep ontroerde: 'Sehet, sehet, Jesus hat die Hand, uns
zu fassen ausgespannt'. Ik vond dat zo verbijsterend
mooi, die twee rustig duetterende hobo's en die tril
lers, en die koorpassages: 'Wohin? Wohin? Wohin?'
In de hedendaagse, authentieke uitvoeringen wordt
deze aria meestal erg snel uitgevoerd. Ik vind dat zo
jammer, wat mij betreft kan het tempo niet langzaam
genoeg zijn. We hebben hier toch te maken met
innige meditatie?
Zegt iemand mij: maar de Johannes-Passion is
toch ook een wonderwerk, dan beaam ik dat onmid
dellijk. Het is een magistrale compositie, feller,
bewogener, geconcentreerder, dramatischer dan de
Matthaus. Bovendien bevat de Johannes-Passion dat
onvergankelijke, tere Arioso 'Betrachte, meine Seel',
mit angstlichem Vergnügen'. Zoiets wonderbaarlijks
vind je zelfs in de Matthaus niet, noch ook in enige
cantate. We hoeven ook niet te kiezen tussen de Mat
thaus en de Johannes. We mogen wel innig dankbaar
zijn dat in elk geval deze twee Passies bewaard zijn
gebleven. Ons bestaan was veel killer en kaler geweest
als we deze twee sublieme wonderwerken hadden
moeten ontberen. Wat ik echter niet begrijp is dat al
die tienduizenden die zich jaar in, jaar uit naar de
uitvoeringen van deze Passies spoeden, over het alge
meen bar slecht thuis zijn in de wonderwereld van
de cantates. Wie zielsveel van de Matthaus houdt, wil
toch meer van zulke muziek horen? Waarom dan niet
ook gegrepen naar cantate 125 of bijvoorbeeld naar
cantate 78 waarin de ernstige sfeer van de Matthaus
ook aanwezig lijkt? En hoe prachtig vele aria's uit de
Matthaus ook zijn, Bach schiep vele aria's van ver
gelijkbare uitdrukkingskracht. Er zijn in de cantates
aria's die in geen enkel opzicht onderdoen voor het
'Erbarme dich'. Niettemin: als er over duizend jaar
nog muziek van Bach opklinkt, dan hoop ik dat dat de
Matthaus-Passion zal zijn.
Deze tekst is overgenomen uit Maarten 't Hart, Johann Sebastian
Bach (Amsterdam: De Arbeiderspers 2000), 128-136.
47 Zeeuws Tijdschrift 2on 1-2