De weg die Jacco Olivier in zijn carrière is gegaan, is
op zijn minst opmerkelijk en in elk geval behoorlijk
afwijkend. Voor bijna alle kunstenaars die vers van
een Nederlandse academie komen, begint het profes
sionele kunstenaarschap bij een Nederlandse galerie.
Als het goed gaat, toont de galerie het werk op een
beurs en opent zo het venster naar het buitenland.
Dat vergroot de kans dat de kunstenaar wordt opge
pikt door een grote galerie uit Londen, New York,
Berlijn en een naam wordt in de wereld van de kunst,
na verloop van tijd, met grote tentoonstellingen en
opname van het werk in collecties van belangrijke ver
zamelaars. Maar die laatste stap in de carrière is niet
veel Nederlandse beeldende kunstenaars gegund.
Wat de carrière van Jacco Olivier (Kloetinge, 1972)
zo opmerkelijk maakt is dat hij het pad min of meer
omgekeerd heeft afgelegd. Hij is na de academie met
een gestart in het buitenland, en wel bij galerie Victo
ria Miro in Londen, waar hij in 2004 zijn eerste grote
tentoonstelling had. Inmiddels wordt hij inderdaad
vertegenwoordigd door galeries in New York, Madrid
en Berlijn, een droomscenario. Pas afgelopen januari
was zijn werk voor het eerst echt te zien in Nederland,
bij galerie Ron Mandos in Amsterdam.
Animaties
Hij is bekend geworden als maker van animaties,
moving pictures zoals hij ze in het begin nog noemde.
Het zijn filmpjes van zo'n 3 minuten waarin je een
geschilderde wereld aan je voorbij ziet trekken. Beel
den schuiven over elkaar heen, in wisselend tempo.
We zien concrete, herkenbare voorstellingen als een
walvis, huisjes, een zich na het baden afdrogend meis
je, altijd los en expressief geschilderde voorstellingen.
Er is net zo veel aandacht voor de figuur als voor de
meer materiële kwaliteiten van de verf, de kwast en de
kleur. De projecties van Jacco Olivier zijn hoe dan ook
eerst en vooral geschilderd. Een geschilderde wereld
in beweging.
Voor een beeldend kunstenaar die animaties
maakt is dat geen vanzelfsprekende bewering. 'Eigen
lijk ben ik een schilder. Ik ben begonnen als schilder
van liefst grote doeken, zoals de Amerikaanse expres
sionisten als Willem de Kooning dat deden. Maar zo'n
groot doek duurt mij te lang, het is mij te veel een
constructie die niet in één keer te schilderen valt. Ik
kan in ieder geval zo lang die concentratie niet vast
houden. Om beter te begrijpen wat ik nou eigenlijk
51 Zeeuws Tijdschrift 2on 3-4