Jacco Olivier, Whale-3, 2006channel video, 7 minuten
verfstreken die water lijken te worden, een zon die
een wolkenveld aan zich voorbij ziet trekken, kleine
huisjes (die je overigens alleen in Zeeland zo ziet), het
lage land dat golvend in zee verandert, voorwerpen die
zonder enige logica door het beeld lijken te vliegen.
En een onmiskenbaar oriëntatiepunt: de watertoren
van Goes. Dit Zeeuwse beeld, net als al zijn andere
animaties in oplage van vijf geproduceerd, leeft onder
andere in New York, in de slaapkamer van het verza
melaarsechtpaar Horts, naast hun bed en onder een
schilderij van Mariene Dumas.
Een bijzondere ervaring is de film Walvis. De pro
jectie van deze animatie heeft een lengte van n meter
en wordt gerealiseerd met drie beamers. Door de twee
grenzen te laten zien tussen de drie projecties voelt
het alsof de kijker voor een reusachtig aquarium staat.
De beweging van de walvis, traag en machtig, lijkt
erdoor bedwongen. Alles is suggestie. In werkelijk
heid heeft Jacco Olivier 200 schilderijtjes gemaakt van
een walvis, in verschillende posities uiteraard. Groot
te: een Aq'tje. Door de foto's ervan achter en over
elkaar te monteren ontstaat een doorgaande beweging
en komt de walvis tot leven, in het geschilderde beeld.
Dynamiek van het paneel
Het is de paradox van de animaties van Jacco Olivier
dat ze meer schilderij zijn dan het schilderijtje zelf
dat eraan voorafgaat. De projectie, hoe vluchtig en
immaterieel ook, laat die typisch materiële kwaliteiten
als verf, kwaststreek, en verfhuid veel fysieker beleven
dan in zijn geval de geschilderde paneeltjes doen.
In het geprojecteerde beeld ruik je de verf en zie je
hoe de verf tot beweging komt. Dat heeft natuurlijk
te maken met het door projectie uitvergroten van de
beeldfragmenten. Je kunt nooit zo dicht in het beeld
van het schilderijtje komen als wanneer het ontelbaar
vergroot vlak voor de kijker op de muur verschijnt.
Maar er is meer. Jacco Olivier schildert altijd met acryl
verf op een paneel, niet op linnen, en dat is in dit geval
een beslissend verschil. Op hout is de verf dunner en
beweeglijker. Omdat hout veel minder zuigt, blijft de
verf meer aan de oppervlakte en houdt de verfstreek
meer snelheid. Op linnen daarentegen wordt de verf
naar binnen gezogen, het schilderproces wordt daar
door trager. Als je kunt zeggen dat de aandacht van de
kijker door het linnen meer naar binnen wordt getrok
ken, dan is het in geval van verf op hout eerder zo dat
het beeld naar de kijker toekomt. De traagheid van
het linnen tegenover de snelheid en dynamiek van het
paneel. Het is daar dat de beweging begint die Jacco
Olivier met zijn animaties wil bereiken, bij de verf op
hout dus. Het resultaat is een wonderlijke afdaling in
de wereld van het schilderij. Juist door de langzame
beweging van de beelden groeit de verbeelding van een
ruimte waarin je je opgenomen voelt. Zo word je als
kijker één met een verhaal dat door de verf langzaam
prijsgegeven wordt. Nooit tevoren bedacht en altijd in
de vorm van een projectie, dat wel.
53 Zeeuws Tijdschrift 2on 3-4