Zien wat het is
en niet weten wat
tekst André van der Veeke
Gedichtendag 2011. Na afloop van een voorstelling
van de Mannen van Papier vraagt een medewerkster
van de bibliotheek me of ik bij de opening van een
tentoonstelling van Bob Pingen wil voordragen. Een
paar gedichten. Desnoods mag ik ook iets over schil
deren opmerken. Ik zeg meteen ja, want de naam Bob
Pingen fascineert me al zo'n jaar of dertig.
Drie weken later kom ik na een inleiding van Ton
Brandenbarg, directeur van de Zeeuwse Bibliotheek,
met het volgende: 'Ik moet u onmiddellijk teleurstel
len. Ik sta hier niet vanwege mijn kennis van het werk
van Bob Pingen, dat wellicht abstract is te noemen of
geometrisch concreet of landschappelijk georiënteerd
of arcadisch opgestegen. Voor mij als onwetende
persoon is het trouwens mystiek werk: sta boven het
bestaande.
Ik ben hier vooral vanwege de naam Bob Pingen.
Ik denk dat ik die zo'n dertig jaar geleden voor het
eerst tegenkwam. Ik maakte toen deel uit van een
groepje beeldende kunstenaars met de bendenaam:
Niets is Alles. Waarom we actief waren met zo'n ont
moedigend motto op ons vaandel is me nog een raad
sel. Ik was trouwens de enige scribent in het gezel
schap. Dat betekende dat ik de notulen van de verga
deringen mocht bijhouden. In die tijd las ik dus voor
het eerst de naam Bob Pingen in de krant. En ik vond
het meteen een schitterende naam voor een schilder.
Eerlijk, rechtlijnig. Ik zag er ook kleuren bij: blauw,
wit, groen. Verder gebeurde er niets. Ik bezocht zijn
tentoonstellingen niet. Maar wel bleef ik via berichten
in de krant de schilder volgen.
Nu las ik van de week in de Volkskrant dat pin
gen ook gratis sms'en betekent met een Blackberry-
mobiel. Het staat dan in feite voor eindeloos zeiken
en zeuren door pubermeiden. Dat is fout natuurlijk,
een gruwelijke ontmythologisering van een naam.
Goed, dat is de stand van zaken. U kunt nu begrij
pen dat ik het een paar weken geleden wonderbaarlijk
vond, dat ik gevraagd werd door Bob Pingen. De man
die mij niet kende en die ik van grote afstand min of
54 Zeeuws Tijdschrift 2on 3-4