Mario Molegraaf de opgenomen dichters het nationaal socialistische denkgoed omarmden'. Stof voor nader onderzoek, zou je zeggen, waarom voelden verhoudingsgewijs zoveel auteurs met een Zeeuwse achtergrond zich tot de Nieuwe Orde aangetrokken? Waaraan meteen moet worden toegevoegd dat 'Zeeuwse achtergrond' een rekbaar begrip is. Ook in deze bloemlezing stuit je op een wonderlijk gezel schap van voorbijgangers en toevalstreffers, onver schilligen met geboorterecht en bewonderaars met de verkeerde papieren. Om het scherp te stellen: het enige wat de dichters in dit boek delen, is dat ooit werk van hen in het Zeeuws Tijdschrift heeft gestaan. Juist door die verscheidenheid hadden de bloem lezers een weinig benijdenswaardige, zo niet onmo gelijke taak. Aan het resultaat is dat niet af te lezen. Het geheim van de aantrekkelijke en aanstekelijke verzameling is de geraffineerde rangschikking van de gedichten. Ze verdeelden de poëzie over vijf hoofd stukken, 'Herinneringen', 'Plaatsen', 'Weinig woor den', 'Rampen' en 'Kromme paden'. Een fraai voor beeld van bloemleeskunde, door de ordening voeren de gedichten boeiende gesprekken. Op een ander onderdeel van de bloemleeskunde schiet het boek tekort: het ontbreekt bij de biogra fische en bibliografische gegevens aan precisie. De samenstellers hebben zich gerealiseerd dat de meeste opgenomen dichters voor de lezers toelichting behoe ven. Maar de geboden informatie is niet altijd volledig en betrouwbaar. Zelfs met de namen gaat het mis: J.C. van Schagen is zonder reden omgedoopt tot Chris van Schagen, en Hans Warren zou een pseudoniem zijn. Toch mag deze opvolger van de Zeeusche Nachte- gael uit 1623 gezien worden. Op een of andere manier ontstond een mozaïek. Daarin vallen onvervalst Zeeuwse dichters als Andreas Oosthoek en Johanna Kruit aangenaam op. Net als Neeltje Zoetje Jobse, een naam als een gedicht, een naam die helemaal bij haar poëzie past: 'Onder het grijze stoppen van de sokken/ eenvoudig poëzie bedrijven.' Er zijn lofliederen en schimpscheuten en alles daar tussenin. Drieënveertig stemmen even onder één naam: De Nieuwe Zeeuwse Nachtegaal. Werk van Leo de Bruin (1949-2008), voormalig vormgever van onder meer het Zeeuws Tijdschrift, is van 30 juli tot 21 augustus te zien in de Drvkkery te Middelburg. In de volgende aflevering van de Signalementen volgt een bespreking van het aan hem en zijn werk gewijde boek Leo de Bruin, typograaf (uitgeverij Huis Clos, www.uitgeverijhuisclos.nl). 64 Zeeuws Tijdschrift 2on 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2011 | | pagina 64