MONUMENTEN WACHT van restauratieachterstand naar herbestemming tekst Jan van de Voorde De Reijgersburgh, boerderij bij Sint-Maartensdijk. Nu de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) tien jaar bestaat is dat een uitgelezen kans om als sectorhoofd Advies en Wettelijke Taken van de Rijks dienst voor het Cultureel Erfgoed eens naar de staat van de Zeeuwse monumenten te kijken. Zelf was ik ruim twee decennia werkzaam in de provinciale monumentenzorg. Nadat ik in 1977 binnen het pro vinciehuis de overstap maakte naar het toenmalige bureau Cultuur en Onderwijs heb ik de aandacht voor het erfgoed vanuit bestuur en organisatie alleen maar zien groeien. Een van de deelopdrachten, die ik vanaf het begin meekreeg, was de operationalisering van de Monu- mentenwacht in Zeeland, die in 1976 was opgericht. Bijna twintig jaar was ik er secretaris van en ook verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij de Monumentenwacht. Juist die is dus één van de oudste onderdelen van de SCEZ. Met de uitbouw van de Monumentenwachtorganisaties in alle provincies werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw pijnlijk duidelijk dat het niet goed ging met de gebouwde monumenten in Nederland. Er was duidelijk sprake van een restauratieachterstand. Matige tot slechte staat In 1993 werd, na een grootschalig onderzoek waar voor in alle provincies de Monumentenwacht werd ingeschakeld, geconstateerd dat 40 procent van het rijksmonumentenbestand in matige tot slechte toestand verkeerde. Geschrokken van dit resultaat presenteerde toenmalig minister Hedy dAncona in 1994 haar Strategisch Plan voor de Monumentenzorg. In dat plan was als doelstelling opgenomen om die 40 procent in tien jaar tijd terug te brengen naar 10 procent dat als ondergrens van de werkvoorraad wordt beschouwd om het vakmanschap in stand te kunnen houden. Zonder restauratievoorraad zullen er immers geen vakmensen meer worden opgeleid. In eerste instantie zou het wegwerken van de res tauratieachterstand in tien jaar moeten geschieden, maar dat streven werd in 1996 door staatssecretaris Aad Nuis naar boven bijgesteld tot vijftien jaar. Die jaren zijn nu bijna voorbij. In de achterliggende peri ode is bijna 800 miljoen extra rijkssubsidie beschik baar gesteld voor de bestrijding van de restauratieach terstand. Met een aantoonbare multiplier van ruim 3, iedere euro subsidie is drie euro omzet, is er in vijftien jaar ruim 2,5 miljard omgezet in de restau ratiesector. De eerste jaren werd extra subsidiebudget toegevoegd aan de gemeentelijke en provinciale sub sidiebudgetten, maar vanaf 2000 verdeelde de rijks dienst de extra middelen via incidentele regelingen. Van Sint-Willibrordusbasiliek tot Badpaviljoen In Zeeland heeft de bestrijding van de restauratieach terstand ook vorm gekregen. De grootste restauratie van de laatste decennia betrof de Sint-Willibrordusba- siliek in Hulst, waarvan ik de start nog meemaakte als provincieambtenaar en het eindresultaat als vertegen woordiger van de rijksoverheid. De eerste Regeling 40 Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8 41 Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2011 | | pagina 22