CULTUREEL ERFGOED IN HET ZT
FEESTELIJKE AANBIEDING VOOR LEZERS VANggl^My^My
een abonnement op het ZEEUWS TIJDSCHRIFT 2012 voor maar 30 euro
(normale prijs 47,50). U ontvangt in 2012 4 fraaie nummers en krijgt
van ons een surprise.
door Marcel Migo
Het Arsenaal in Veere, foto uit 1885, vlak voor de afbraak.
Als je 'cultureel erfgoed' definieert als: 'cultuurgoed
waarvan het de moeite waard is dat dit wordt doorge
geven aan volgende generaties', kun je gerust stellen
dat het Zeeuws Tijdschrift ervan uitpuilt - met name in
de jaren tachtig. Toch heeft elke generatie ZT-redac-
teurs duidelijk zijn eigen aandachtspunten.
De ontsluiting van Zeeland na de Ramp betekende
behalve de komst van nieuwe inwoners, meer woon
werkverkeer en groeiende welvaart, ook het einde van
typisch Zeeuwse streekkenmerken (levend erfgoed)
waarvan de taal en de dracht wellicht het meest in het
oog springen. In het artikel 'De Zeeuwen en hun taal'
uit 1951 (ZT 2 (1952) 5) hoppen we tussen de (taal)
eilanden. Overal talloze voorbeelden van bijzondere
manieren van zeggen, eigen woorden en, bovenal:
eigen uitspraakregels. We worden er streng op gewe
zen dat niet elk aangetroffen dialect tot de Zeeuwse
taalfamilie mag worden gerekend. Het artikel bevat
geen dreigend slot; geen waarschuwing dat de dia
lecten hun langste tijd echt wel gehad hebben. Wel
dit: 'En daarmee basta, want, zoals tegen de guus
gezegd wordt: 'Noe moet'klaer wezen 'oor, 't is gêên
an'ouwertje, 't is mè 'n zeumervèrskje.' We hopen dat
dit streekvertier de lezers nog lang is bijgebleven.
Terugkijken
Een vergelijkbaar uitvoerig artikel, maar dan over de
drachten, verschijnt drie jaar later, van de hand van
J.C. van Schagen (ZT 4 (1954) 4). Groot verschil is dat
de teloorgang op dit punt ten tijde van schrijven reeds
in volle gang is; de auteur is vol van nostalgie. Zoals
de (dan gekende en veelbelovende) 'Nieuw-Walcherse
boomplantactie' Walcheren iets van zijn oude luister
terug moest brengen pleit Van Schagen voor een
terugkeer naar 'het costuum'. 'Ligt hier misschien
voor Nieuw Walcheren zelf een nieuwe taak? Als dan,
naast al die opgroeiende jonge bomen, nog eens een
regeneratie van het costuum tot stand kon worden
gebracht, dan zou het nieuwe Walcheren weer iets van
zijn oude glorie kunnen terugwinnen, iets van zijn
oude fleurigheid.' Ruim een halve eeuw later krijgt
Van Schagen zijn zin gezien de oplevende belangstel
ling voor de Zeeuwse dracht in hippe outfit.
In het Zeeuws Tijdschrift van de jaren vijftig en
zestig lezen we veel beschouwingen over 'actueel
erfgoed', dat wat in de provincie (nog) wordt aange
troffen en bijzonder is, omdat het elders niet (meer)
bestaat. In de jaren erna wordt steeds vaker verder
teruggeblikt en worden oude overblijfselen beschre
ven en in hun historische context geplaatst. De vol
tooiing van wederopbouw- en reconstructieprojecten
wordt gretig aangegrepen om terug te blikken op
de oorspronkelijke vormen en betekenissen van de
gebouwen.
Erfgoed in slopershanden
In de jaren tachtig gaan opvallend veel bijdragen
over verdwenen erfgoed: bouwwerken die niet meer
76 Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8
bestaan of kunstwerken die verdwenen zijn. Een mooi
en jammerlijk voorbeeld van een 'verdwenen bouw
werk' treffen we aan in het vierde nummer van jaar
gang 1985: het arsenaal te Veere (ZT 35 (1985) 4). Het
is dan precies een eeuw geleden dat dit 'eenige voor
beeld van militaire bouwkunde' in 'sloopershanden is
overgegaan'. Het artikel beschrijft de constructie van
het imposante bouwwerk en de functies die het in
zijn drie eeuwen lange bestaan heeft vervuld. Ook is
een fraaie foto opgenomen, vlak voor de sloop, vanaf
de Veerse stadhuistoren.
Een voorbeeld van een karakteristiek verdwenen
historisch element is 'het brandbocht in de Nieuwe
Kerk in Middelburg' (ZT 35 (1985) 5). Een aantal eeu
wen lang mocht het bestuur van de Middelburgse
brandweer plaatsnemen in een eigen afgesloten
kerkbank. De officiële naam was 'brandspuitmees-
tersbank'; het ging bij de grote brand van 1940 geheel
verloren en werd niet herbouwd. In het artikel lezen
we waarom het brandbocht gebouwd werd, hoe deze
eruitzag en waar in de kerk het precies gesitueerd
was. Vanaf het altaar bekeken rechts vooraan in de
hoek, enigszins voornaam, niet te veel in het zicht en
op discrete gehoorsafstand.
Nieuw erfgoed
Vanaf de jaren negentig ligt de focus meer op toe
komstig erfgoed: nieuwe architectuur, nieuwe beel
dende kunst. Waarvan het, volgens de auteurs de
moeite waard is dat die wordt doorgegeven aan onze
volgende generaties. Meestal dan. Want vanaf deze
jaren lezen we meer kritische besprekingen, met
name op het gebied van verschenen boeken. Een
voorbeeld van een bespreking van 'nieuw erfgoed' is
het artikel 'Een gebouw dat meedenkt' (ZT 52 (2002)
1/2). Alom is er lof voor het nieuwe gebouw, het
gemeentehuis van de (nieuwe) gemeente Schouwen-
Duiveland. Van opdrachtgever tot collega-architect.
Het artikel besluit met een open vraag: 'Een nieuw
monument voor de 21ste eeuw?' Kennelijk zijn we
nu al aan het anticiperen op het erfgoed van de toe
komst.
U kunt zich abonneren via de website www.zeeuwstijdschrift.nl,redactie@zeeuwstijdschrift.nl
of bel 0114 - 322878
77 Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8