I23).
'IJzeren' moederskind?
Was Jacoba inderdaad de zelfstandige en ambitieuze
dame van het traditionele beeld, die op beslissende
momenten weigerde zich te schikken in de beschei
den rol die mannen haar hadden toebedeeld? Of moe
ten we haar zien als pion in een spel dat door anderen
werd gespeeld? De bekende historicus H.P.H. Jansen,
die eveneens een biografie aan Jacoba wijdde (Jacoba
van Beieren, 1967), kwam nog tot de conclusie dat
Jacoba de politieke omstandigheden naar haar ijzeren
wil omboog; maar Antheun Janse geeft zijn eigen con
clusie al in zijn mooie titel weg. Hij ziet Jacoba meer
als een zwakke figuur, een pion inderdaad van facties
en machtspersonen (mannen) in haar omgeving,
alsook iemand die zwaar onder de invloed van haar
moeder bleef. En haar laatste huwelijk met Frank van
Borssele had weliswaar, zoals de traditie het wil, met
liefde te maken, maar was evenzeer gevolg van koele
berekening der beide aspirant-echtelieden. En passant
maakt Janse nog even de - al eerder in twijfel getrok
ken - mythe van het clandestiene huwelijk een kopje
kleiner.
Wat bij Janse van Jacoba rest, en de auteur zelf
geeft het ruiterlijk toe, is een veel fletser en vager
beeld dan we voordien hadden: toegenomen onzeker
heid als paradoxaal resultaat van historiografische
data-accumulatie. Na 400 pagina's zijn we over de
persoon van Jacoba van Beieren eigenlijk niets wijzer
geworden: ze blijft een 'black box' in het centrum van
een tot in het oneindige vertakt netwerk van omstan
digheden, gebeurtenissen, drijfveren en toevallighe
den. Het fenomeen geldt eigenlijk voor de meeste
cultuurwetenschappen; naarmate meer gegevens over
een onderwerp beschikbaar komen, resteert minder
en minder ruimte voor stellige beweringen. Janses
ontmaskeringen zijn niettemin snel door andere his
torici opgepakt. Het oude beeld van Jacoba overleeft
slechts ten dele in vrijwel gelijktijdige publicaties over
onze late middeleeuwen. Het sinds de eerste uitgave
in 1995 geheel vernieuwde Graven van Holland (2010)
noemt ook de 'hardnekkige mythevorming over een
geheim huwelijk tussen Frank en Jacoba in de zomer
van 1432, die pas recent is ontmaskerd' (pag. 141).
De liefde tussen beiden, ofschoon bezadigd opge
bloeid, was volgens dit aantrekkelijke boek echter
geen 'mythe', getuige het door Jacoba gekozen nieuwe
motto bij de huwelijkssluiting in 1433: 'mit ganser
lyebden' (pag. 143). Graven van Holland besteedt uiter-
80 Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8
Beieren in het geheim met de edelman Frank van
Borselen, die toen gouverneur was in Holland' (pag.
Jacoba of de hoogmoed
Een lokale Jacoba-deconstructie op het gebied van
de kunst- en architectuurhistorie worden we gewaar
in Het kasteel te Sint-Maartensdijk en zijn bewoners,
de jongste aflevering van het jaarboek van de Kaste
lenstichting Holland en Zeeland. Hoewel gedateerd
op 2010, verscheen het pas afgelopen juni. Het jaar
boek bevat eindelijk de uitwerking van de opgravingen
door prof. J.G.N. Renaud in 1965-1968 (Hans J.E.C.
Koopmanschap en Dave la Fèber), maar ook bijdra
gen over de middeleeuwse heren en vrouwen van
Sint-Maartensdijk (Arie van Steensel), de iconografie
van het kasteel en het grafmonument van Oede van
Boutersem, ooit hofdame van Jacoba, en Floris van
Borssele in de kerk van Sint-Maartensdijk (Elizabeth
den Hartog), en het boekenbezit van Frank van Bors
sele (Hanno Wijsman). In 'Hofhouding van Jacoba
of hofhouding van de duivel?' behandelt Elizabeth
den Hartog de veertien consoles in de zijbeuken van
de kerk te Sint-Maartensdijk (pag. 127-146). Eén van
deze gebeeldhouwde hoofden kon volgens voormalig
gemeentearchivaris Hans Zuurdeeg Jacoba van Beie
ren voorstellen, en de overige koppen (een bisschops
figuur, dames, mannen, narren) leden van haar hof
houding. Den Hartog betoogt echter op lezenswaar
dige en met veel iconografische en literatuurgegevens
gestaafde wijze dat het vermoedelijk om 'negatieve
exempelen' gaat, zoals ook de kerk van Kapelle die
bezit: uitbeeldingen van marginale en zondige typen
met wie de omgang vermeden diende te worden, als
je tenminste prijs stelde op de christelijke moraal en
je zielenheil. Het als Jacobaportret gedoodverfde beeld
stelt wegens de dure uitmonstering met halssnoer en
versierde kap in deze optiek de zonde van de hoog
moed voor - een eigenschap die (Den Hartog ver
meldt het niet) in ons oude beeld van Jacoba óók een
grote rol speelt. De lijn tussen mythe en historische
waarheid blijft in het geval van Jacoba van Beieren
nog altijd moeilijk te trekken.
We moeten daar maar niet te zwaar aan tillen.
De functie van het gechargeerde en dus in zekere
zin 'onware' geschiedverhaal is behalve die van de
bekende 'kapstok' om feiten aan op te hangen, die van
motivator. Indien geschiedenis en archeologie voor
aard niet zoveel aandacht aan Jacoba; het bevat meer
dan 35 levensbeschrijvingen en portretten van alle
middeleeuwse graven van Holland (de huidige provin
cies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland). Deze
rij begint in de negende eeuw met Gerulf, de stamva
der van het Hollandse huis, die zijn positie veroverde
dankzij zijn betrokkenheid bij de moord op Godfried
de Zeekoning. Als laatste treedt Filips II voor het voet
licht, tot de afzwering in 1581 immers ook graaf van
Holland. Het boek dankt een deel van zijn aantrek
kingskracht door het rijke illustratiemateriaal: onder
meer de gravenportretten in het Haarlemse stadhuis
en recentelijk ontdekte tekeningen van de graven van
Holland in het Wapenboek van Hendrik van Heessel
uit 1456.
De Bourgondische vorsten is een nog fraaier en
breder opgezet boek. De WGL, de vereniging van
Een van de gebeeldhouwde consoles in de kerk van Sint-Maartens
dijk: een narrenkop met uitgestoken tong en een zotskap met
puntoren. Foto: H.M.D. Dekker.
leraren geschiedenis en cultuurwetenschappen in
Vlaanderen, zegt op haar site niet zonder reden dat
auteur De Maesschalk 'dezelfde epische allures' bezit
als Huizinga; uitgever Davidsfonds rept met weinig
overdrijving van een 'rashistoricus met gouden pen'.
De Maesschalks uit 2008 daterende boek gaat ech
ter nog wél uit van het traditionele beeld van Jacoba's
krachtige persoonlijkheid: 'Jacoba werd [als enig kind]
dus van meet af aan behandeld als de toekomstige
gravin en zij ontwikkelde dan ook een buitengewoon
sterk eergevoel, dat haar later nog parten zou spelen'
(pag. 119). Ook de taaie fictie van het geheime huwe
lijk met Frank van Borssele verwoordt hij nog fraai:
'Als Jacoba opnieuw zou trouwen zonder toestem
ming van Filips [de Goede], zou ze al haar rechten
verliezen. En dat was nu precies wat de hoogst eigen
zinnige Jacoba zou doen. In 1432 trouwde Jacoba van
Jacoba van Beieren, gravin van Holland en Zeeland, 16de eeuw,
kunstenaar onbekend, olieverf op paneel, 64 x 50 cm. Collectie
Rijksmuseum, uitgeleend aan het Zeeuws Museum.
8i Zeeuws Tijdschrift 2on 5-8