Een Zeeuwse organist en
componist van wereldfaam
DE COMEBACK VAN PI ETER BUSTIJ N
i&eter
Alessandro Simonetto
tekst Albert Clement
De Nederlandse organist en componist Jan Pieterszoon Sweelinck
was in eigen tijd tot ver over de landsgrenzen beroemd. Na de ont
sluiting van zijn oeuvre door ijverige musicologen in de afgelopen
decennia en de daaropvolgende uitvoeringen van zijn composities
door talloze musici is hij thans opnieuw een man van wereldfaam.
Recente ontwikkelingen lijken er evenwel toe bij te dragen dat ook
een beroemd Zeeuws stadsorganist van weleer in de toekomst op
nieuw wereldfaam zal genieten.
Lange tijd werd gedacht dat het Nederlandse muziek
leven in de periode tussen de alom bekende toonkun
stenaar Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) en zijn
precies driehonderd jaar later levende collega Alphons
Diepenbrock (1862-1921) geen componisten van
belang heeft voortgebracht. Maar wie bijvoorbeeld de
in 2001 onder redactie van Louis Peter Grijp versche
nen, lijvige uitgave Een muziekgeschiedenis der Neder
landen eens inkijkt, leert al snel dat die opvatting naar
het land der fabelen kan worden verwezen.
De muziekwetenschap is een relatief jonge, leven
dige discipline die constant tot nieuwe inzichten en
vondsten leidt. Zo is het nu nauwelijks voorstelbaar
dat veel thans algemeen bekende componisten - zoals
een Vivaldi of een Corelli - tot zo'n 75 jaar geleden
onder een breed publiek volstrekt in de vergetelheid
waren geraakt. Inmiddels is duidelijk geworden dat
ook in Zeeland een componist en organist van wereld
faam werkzaam is geweest.
Het werk van Bustijn
Meer dan twintig jaar geleden vroeg ik in het Zeeuws
Tijdschrift voor het eerst aandacht voor hem: het
betreft de Middelburgse componist, organist en bei
aardier Pieter Bustijn (ZT 39 (1989) 4). Hij keert nu
terug in dit tijdschrift naar aanleiding van actuele ont
wikkelingen.
Pieter Bustijn (1649-1729; zijn geboortejaar is
inmiddels vastgesteld) is een telg uit een Franstalige
familie, 'Bustyn' of'Bustin' genaamd, die in de Neder
landen immigreerde en zich spoedig aan de nieuwe
omgeving aanpaste. Pieter (toen nog Pierre genoemd)
werd in de Waalse kerk te Middelburg gedoopt en
heeft als jongeman ongetwijfeld contacten onderhou
den met de toenmalige organist van de Nieuwe Kerk
aldaar, Remigius Schrijver ("J1681), die tevens stads-
beiaardier, componist en leider van het Middelburgse
collegium musicum was (zie over hem ZT 40 (1990) 5).
Het lijkt waarschijnlijk dat hij als leermeester van
28 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2