1
tii*
Aim
2
;-V, V,
n -
t
1
"1
kt* 1
>1
Pieter Bustijn, begin van het Preludio uit Suitte VIII in het handschrift van Johann Tobias Krebs. Staats-
bibliothek zu Berlin - PreuÊischer Kulturbesitz. Musikabteilung mit Mendelssohn-Archiv. Mus. ms. Bach
P 801, p. 228.
Bustijn heeft gefungeerd; in elk geval volgde Bustijn
hem na diens dood op als organist en beiaardier.
In eigen tijd was de muziek van Bustijn buiten
de landsgrenzen bekend, en niet onder de minsten.
In een anthologie van klaviermuziek, samengesteld
door Johann Sebastian Bachs verre neef, de compo
nist, organist, muziektheoreticus en auteur Johann
Gottfried Walther (1684-1748), treffen we Suitte VIII
voor klavecimbel van Bustijn aan naast werken van
componisten als Bach, Dieterich Buxtehude en Johann
Ludwig Krebs. De compositie is hier opgetekend in het
handschrift van Johann Tobias Krebs, een leerling van
zowel Walther als Bach, waaruit we kunnen opmaken
dat het werk voor klavecimbel van Bustijn ook in het
muziekonderwijs werd gebruikt. Walther nam Bustijn
- aldaar gespeld als 'Bystyn' - ook op in zijn Musicali-
sches Lexicon oder Musicalische Bibliothec (Leipzig 1732),
waarmee de Middelburgse musicus een plaats kreeg
tussen lemma's gewijd aan tal van andere compo
nisten uit geheel Europa met wie Walther zijn lezers
bekend wilde maken (zie ZT 39 (1989) 4). Er zijn zelfs
sterke aanwijzingen om aan te nemen dat niemand
minder dan Bach zich liet inspireren door Bustijn en
mogelijk zelfs thema's aan diens klavecimbelwerken
heeft ontleend (zie hierover o.a. de Introduction in de
facsimile-editie, waarover hieronder meer).
Van Zelandica en Kruidvat-cd's
Van Bustijns composities zijn negen suites voor klave
cimbel bewaard; slechts twee exemplaren van de oor
spronkelijke druk overleefden de tand des tij dsDeze
fraaie druk uit (ca.) 1712 werd destijds bezorgd door
de toen wereldberoemde muziekuitgever en -drukker
Estienne Roger te Amsterdam, bij wie componisten uit
geheel Europa (inclusief de eerdergenoemde Vivaldi
en Corelli) hun werken lieten drukken en via agenten
over Europa lieten verspreiden. Om te voorkomen dat
de verrassend fraaie klavecimbelmuziek van Bustijn in
de toekomst wellicht geheel verloren zou gaan, maar
uiteraard vooral om het publiek er opnieuw bekend
mee te maken, bezorgde ik er in 1992 een uitgave van
in facsimile. De uitgave verscheen als deel I in een toen
29 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2