HET GEWETEN VAN HET HULSTER VERLEDEN
door Leonard Blussé
Toen ik van het gestuntel met de recente opgravingen
in Hulst hoorde, moest ik onwillekeurig denken aan
de P. J. Brand, in leven de vraagbaak voor alles wat de
geschiedenis van die stad betrof, ja de ongekroonde
stadshistoricus van Hulst. Hier geldt de cliché: van
schaamte over zoveel historisch onbenul zal hij zich
vermoedelijk in het graf omdraaien. Toch heeft hij
dit soort zaken ook bij zijn leven wel meegemaakt. Ik
kan het weten, want ik was er zelfbij. Ik heb zelden
iemand zo gechoqueerd gezien.
Alweer dertig jaar geleden, ergens begin jaren
tachtig, werd mij het adres gegeven van de heer Brand,
die in een stijlvol huis aan de markt bleek te wonen.
Bijgestaan door een vriendelijke stadsarchivaris, had
ik een dag of twee in het stadsarchief naspeuringen
gedaan naar Pieter Nuyts, de tweede protestantse bur
germeester na de inname van de stad door de Staatse
troepen in 1645.
Stadshistoricus P. J. Brand
Toen ik aanbelde, deed de bejaarde heer des huizes
zelf open. Niet lang daarvoor was zijn echtgenote
35 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2