m m
In het midden van de vorige eeuw kende ons land een
merkwaardig fenomeen: een schaapherder die zomer
en winter met een kudde van tientallen schapen en
een hond door Nederland trok. Meestal voerde zijn
voettocht via zandpaden of binnenwegen maar als
het zo uitkwam, meed hij drukke verkeerswegen niet.
Eten en slapen deed hij onderweg bij gastvrije boeren.
Boudewijn Guiljam
werd in 1904 geboren
in Sint Philipsland. Ook
z'n voorouders waren
altijd met schapen in de
weer. Grootvader hoed
de 600 schapen, zijn
vader 400 en ook zijn
vijf broers hadden schapen. Soms verdronken honder
den schapen op de Zeeuwse schorren en slikken door
de snel opkomende vloed. Boudewijn ging volgens een
familielid als jongetje al met schapen op stap. Hij zon
derde zich af en probeerde verplichtingen te ontlopen.
Kortom: het zwarte schaap van de familie.
Van Gewest tot Gewest
In de zomer van 1968 kwam ik hem pijprokend met
zijn schapen en zijn hond Lot tegen in Drenthe. Een
afspraak voor een tv-opname was gauw gemaakt. Het
interview verliep wat stroef door lichte doofheid van
de schaapherder. Ik schreef de vragen daarom maar
op een briefje en liet hem die lezen. Waarom hij
zwierf? 'Ja, waarom zwerf je? Ieder z'n leven, ieder z'n
doel. Een bananenboom en een vijgenboom kom
men bij mekaar. Zo is het leven.' Op mijn vraag of
hij getrouwd was, antwoordde hij: 'Nee, je kunt beter
met een schaap getrouwd zijn.' We filmden hoe hij
in het dorp Westerbork op zoek ging naar onderdak
voor zijn kudde. Dat logies was snel gevonden bij een
gastvrije boer. De camera draaide toen Boudewijn
's avonds laat op de hooizolder van de boerderij naar
'bed' ging. Op 30 juli 1968 werd het programma
uitgezonden in Van Gewest tot Gewest van de Neder
landse Televisie Stichting (nts, nu nos).
Voer voor journalisten
Voor de oorlog heeft Boudewijn Guiljam in zijn
geboortedorp met enkele van zijn broers samenge
woond. Dat boterde niet. In 1939 vestigde hij zich in
het Noord-Brabantse Steenbergen. In de zomer van
1943 is Boudewijn Guiljam, hij was toen 38 jaar, in
Steenbergen betrapt op zwarte handel in schapen.
Officieel heette het 'het verhandelen van schapen zon
der daarvoor de vereiste vergunning te bezitten'. Toen
de (Duitse?) controleurs hem hierop aanspraken zei
Boudewijn dat het hem niets kon schelen en dat ze
hem toch niets konden maken. Vervolgens veroordeel
de de economische politierechter in Breda de scheper,
die kennelijk al enkele keren eerder was beboet voor
hetzelfde vergrijp, tot een gevangenisstraf van 5 maan
den en een geldboete van 7500 gulden, een enorm
38 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2