bedrag voor die tijd. Hij werd in de rechtszaal meteen
gevangengenomen. Hoe lang hij gevangen heeft geze
ten is niet duidelijk. Hij stond achtereenvolgens inge
schreven in de bevolkingsregisters van Ossendrecht,
Putte, Bergen op Zoom, Doetinchem en Arnhem.
Op stap met zijn kudde is Guiljam na de oorlog op
veel plaatsen in Nederland gesignaleerd. Hij was in
Drenthe, Zwolle, Amsterdam, IJmuiden, Gorinchem,
Limburg en op de Veluwe en liep over de Afsluitdijk
naar de Wieringermeer. Ook verbleef hij in delen van
België en Duitsland. Overal waar hij passeerde grepen
plaatselijke verslaggevers naar de pen. Artikelen zijn
te vinden in tal van bladen zoals de Gorcumse Courant,
het kwartaaltijdschrift De Veluwenaar en de Leeuwarder
Courant. Ooit is hij kennelijk met zijn schapen door
de Maastunnel in Rotterdam getrokken.
Friesland heeft hem gedurende het laatste deel
van zijn leven onderdak geboden. Harm Zaagsma,
schrijver van een historische rubriek in de dorpskrant
van het Friese dorp Sexbierum, beschreef beeldend
Dankzij de eeuwenlange inpolderingsactiviteiten
zijn overal in het Zeeuwse landschap dijken te
vinden. Voor het overgrote deel hebben deze dij
ken in het verleden als zeewering gediend. Nadat
ze deze functie - bij nieuwe inpolderingen - ver
loren, zijn de dijken op allerlei manieren door de
mens gebruikt. De meest verbreide exploitatie
vorm was beweiding met rondtrekkende schaaps
kudden. Dankzij deze extensieve begrazing kon
zich een gevarieerde vegetatie ontwikkelen.
Vandaag de dag kent Zeeland nog twee
schaapskudden, de ene kudde graast in West
Zeeuws-Vlaanderen en de ander in de Zak van
Zuid-Beveland. In totaal heeft Stichting Het
Zeeuwse Landschap in West Zeeuws Vlaanderen
tientallen kilometers dijk in eigendom en beheer
- samen 20 hectare. Op die dijken staan bij elkaar
zo'n 2.000 knotbomen, zowel wilgen als populie
ren. De dijken worden beheerd door beweiding
met de schaapskudde Zeeuws Vlaanderen.
De Zak van Zuid-Beveland is een waardevol
polderlandschap met vele kilometers binnen
dijken. Deze bloemendijken worden begraasd
door de schapen van de melkschapenboerderij
De Schaapskooi en de Stichting Zuid-Bevelandse
Kudde.
hoe een plaatselijke boer de herder in december 1967
het dorp zag binnenlopen: 'Wie schetste dan ook zijn
verbazing toen hij vanuit de keuken een schaapherder
met zo'n dertigtal schapen en een zwarte hond rich
ting de brug zag naderen. Komt dat wel goed? Raken
ze niet te water als ze tegelijk de brug over willen?
Integendeel. Eén bevel van de herder tegen de hond,
één beweging met de stok en ze liepen netjes één
voor één onder de stok door richting de boerderij. Wie
was deze zwerver met pet op en laarzen aan? Hij rook
lang niet fris en zijn jas stond stijf van het vuil.'
Ken je me nie?
Uit de rest van het verhaal blijkt dat de schaapherder
in Sexbierum onderdak kreeg in een leegstaande
woning die moest worden afgebroken. Een stuk vloer
bedekking diende als slaapplaats. De schapen werden
ondergebracht bij de boer die hem het dorp had zien
binnenkomen. Boudewijn heeft van 16 april 1968 tot
aan zijn dood in 1972 ingeschreven gestaan in het
bevolkingsregister van de gemeente Franekeradeel
waartoe Sexbierum behoort. Voor een maaltijd belde
de herder vaak aan bij de dorpelingen. Als hij aarze
ling voelde, plaatste hij de voet tussen de deur en zei:
'Ken je me nie, ken je me nie? Ik ben de schaapher
der van Sexbierum'.
Het leven van Boudewijn is tragisch geëindigd.
Zijn stoffelijk overschot werd volgens een politierap
port op 9 mei 1972 aangetroffen 'in de Merwedehaven
(bedoeld werd Voorhaven Merwede-Kanaal, EvdV) in
Amsterdam'. Hij was toen 68 jaar. Zijn trouwe metge
zel Lot was spoorloos. Niet uitgesloten is dat Boude
wijn verdronken is bij de speurtocht naar zijn hond.
Volgens het politierapport had de overledene nog wat
geld en andere bescheiden bij zich waardoor hij mak
kelijk geïdentificeerd kon worden. Het maakt bero
ving, waarover wel is gespeculeerd, onwaarschijnlijk.
Boudewijn Guiljam is op de 13de mei van dat jaar
begraven op de Oude begraafplaats in zijn geboorte
dorp (het graf is inmiddels geruimd, red.). Het was
de laatste rustplaats van een man die letterlijk zijn
eigen weg ging om te ontsnappen aan onze drukke,
gehaaste wereld.
De auteur was in 1968 redacteur van het televisieprogramma
'Van Gewest tot Gewest'. Dit artikel is verder gebaseerd op gege
vens uit bevolkingsregisters en krantenberichten. Tevens dankt
de auteur Harm Zaagsma uit Sexbierum. Voor exacte bronver
meldingen gelieve de auteur te mailen: <egbertjvanderveen@
home.nl>.
39 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2