Signalementen
samenstellingjAN J.B. Kuipers met een bijdrage van Mario Molegraaf
Balans tussen stad en platteland
Het belang van donkere nachten
Paul Brusse, Gevallen stad. Stedelijke netwerken en
het platteland, Zeeland 1750-1850. Balans tussen stad
en platteland 1. Zwolle/Utrecht: Uitgeverij Waanders/
Universiteit Utrecht, 2011. ISBN 978 90 400 7790 6,
22,95.
Jeanine Dekker, Onderdanig en opstandig.
Desurbanisatie en de politieke verhoudingen op het plat
teland in Zeeland, 1750-1850. Balans tussen stad en
platteland 2. Zwolle/Utrecht: Uitgeverij Waanders/
Universiteit Utrecht, 2011. ISBN 978 90 400 7796 8,
22,95.
Arno Neele, De ontdekking van het Zeeuwse platte
land. Culturele verhoudingen tussen stad en platteland
in Zeeland, 1750-1850. Balans tussen stad en platteland
3. Zwolle/Utrecht: Uitgeverij Waanders/Universiteit
Utrecht, 2011. ISBN 978 90 400 7797 5, 22,95.
Juli vorig jaar is in Utrecht (waarom eigenlijk niet in
Zeeland?) een cassette gepresenteerd met de hierbo
ven genoemde boeken en een (hier niet besproken)
Engelstalige samenvatting Towards a new template for
Dutch history, De-urbanization and the balance between
city and countryside door Paul Brusse en Wijnand W.
Mijnhardt: resultaat van een ongeveer vijf jaar durend
onderzoek naar een voor de Nederlandse historiografie
van de achttiende en negentiende eeuw heet hangijzer:
de 'desurbanisatie' of ontstedelijking. In de achttiende
eeuw werden de steden in het westen van de Republiek
immers geconfronteerd met een grote tot dramatische
daling van inwoneraantallen. Voorheen is dit proces
van desurbanisatie vooral gezien als een teken van eco
nomische achteruitgang in de Nederlandse Republiek.
Hier en daar ging weliswaar al een stem op, die het ver
schijnsel in verband bracht met groei en ontwikkeling
van de landbouw in de betreffende periode.
In de vier boeken van Brusse c.s. wordt de desur
banisatie geanalyseerd met als casusgebied Zeeland.
Centraal staat de ontwikkeling van de economische,
politieke en culturele macht(sverschuiving) in de stad
en op het platteland, en de totstandkoming van een
symbiose tussen beide 'polen'. Waarom Zeeland?
'Omdat deze provincie in de achttiende eeuw sterk
verstedelijkt was en ontstedelijking daar hard toe
sloeg', aldus Paul Brusse in het 'Ten geleide' van het
door hem geschreven deel 1.
Alle drie de projecten die in de verschillende delen
hun neerslag kregen zijn dankzij voortschrijdende
inzichten anders geworden dan in het projectvoorstel,
verklaart Brusse vervolgens, maar gebleven zijn de
drie invalshoeken: respectievelijk de sociaal-econo
mische, de politieke en de culturele. De drie boeken
vormen een eenheid, alhoewel ze ook 'op zichzelf
staande studies' zijn.
De presentatie van de delen ging gepaard met enige
beroering, toen Jan van Damme in juni 2011 op zijn
PZC-blog Zeeland Geboekt dit onberispelijk weten
schappelijke vierluik in verband bracht met enkele
'externe' uitspraken van hoofdrolspelers Brusse en
Mijnhardt. 'Net op het moment dat het kabinet-Rutte
zich pontificaal achter de plannen voor de aanleg
van een Westerschelde Container Terminal schaart,'
schreef Van Damme, 'klinkt het Utrechtse onderzoek
als een onverwachte dissonant. Alle pogingen om
Zeeland mee op te stoten in de vaart van het interna
tionale handelsverkeer zijn in feite gebaseerd op een
vertekend beeld van het verleden. De Zeeuwse delta
ontbeert een goed achterland en goede verbindingen,
zodat het ontwikkelen van (container)havens tot mis
lukken is gedoemd. Rotterdam en Antwerpen zullen
hooguit enkele kruimels, waar ze zelf even geen ruim
te voor hebben, aan de Zeeuwen laten.' Hij citeerde
er krasse uitlatingen bij van beide historici, uit een
voor mij onbekende bron of interview. Zo zegt Mijn
hardt dat er uit het verleden niets is wat 'optimistisch
stemt over een maritieme of industriële toekomst van
Zeeland. Wees blij, zou ik zeggen. De Belgen hebben
gelijk: Antwerpen is de beste overslagplaats, ligging is
belangrijker dan toegankelijkheid. Dat zag je ook in
de bloeitijd van Amsterdam, toen Pampus geen echte
belemmering was.'
45 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2