fcttih VJ Geld 'Zeeuwse' Poëzie: getij, water, eilanden Wj* 1 «PI 'Zeeland, een landelijk en geïsoleerd gebied'... Waterput in Oud- Vossemeer. Tekening gewassen in sepia (achttiende eeuw) van de sleutelpositie van 'de stad' in de graanhandel en over de grond, de belangrijkste productiefactor, die voor een belangrijk deel in handen van de boeren was gekomen. De term 'desurbanisatie' omschrijft een helder waarneembare en te staven ontwikkeling, maar blijft tegelijk een containerbegrip waar van alles in blijkt te passen, zoals bij Neele in deel 3 bijvoorbeeld de 'constructie van een Zeeuwse identiteit', waarin 'de boer' vanaf de jaren dertig van de negentiende eeuw voor het eerst zijn intrede deed. Is dat erg? Nee, want de drie delen van Brusse, Dekker en Neele bestrijken eigenlijk de gehele maat schappijgeschiedenis van Zeeland over de periode 1750-1850, en kunnen dankzij de ontsluiting door middel van registers, de uitgebreide notenapparaten en interessante bijlagen fungeren als welkome his torische naslagwerken over Zeeland, ondanks een aantal redactionele slordigheidjes en incongruenties in de indeling. Zo is het nogal vreemd dat je nergens in de afzonderlijke boeken een jaar van uitgave kunt vinden. Net zo boeiend als de relatie met de actualiteit is de 'gebruikssituatie' en de hierboven al aangestipte finan ciering van deze, helaas ietwat saai ogende en slechts met tabellen en grafieken verluchte boeken. De doelgroep is duidelijk een 'professioneler' of gespe cialiseerder publiek dan dat van de grote Zeeuwse geschiedschrijving die onder leiding van Brusse tot stand komt en in 2014 klaar moet zijn, als de huidige provincie tweehonderd jaar bestaat (zie mijn bijdrage 'Vier boeken met een visie' in ZT 60 (2010) 3-4. Dat grote, op een algemeen geïnteresseerd publiek gerichte project ontvangt van de provincie ongeveer 1,3 miljoen euro subsidie, grotendeels verspreid over de begrotingsjaren 2009 tot en met 2013. Een gene reuze bijdrage. Men mag aannemen dat de inzichten van het desurbanisatieproject ook in de publieks- boeken worden verwerkt. Twee vliegen in één klap als het ware, maar ook twee keer subsidie. Immers, de provincie droeg ook weer financieel bij aan dit project Balans tussen stad en platteland, naast partijen als de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo), het Zeeuws Archief en diverse fondsen. Toch vreemd dat Uitgeverij Waanders ken nelijk niet over genoeg fondsen beschikte de boeken voor de Zeeuwse Boekenprijs in te sturen. Een aardige oogst aan 'Zeeuwse' dichtbundels afgelo pen najaar. Een greep. Allereerst Zeegrens - gedichten 1980-2000 van Johanna Kruit (Poëzie-uitgeverij Wel, ISBN 90 6230 097 9): 128 pagina's poëzie, onderver deeld naar typische Kruitthema's (en titels van bun dels) als 'Omtrent het getij', 'Voorheen te Orisande' en 'De weg van het water'. Het boek is een vervolg op Landgrens. Gedichten 1970-1980 dat bij dezelfde uit gever verscheen. Ex-docent Frans en maïlartist Johan Everaers (Noordgouwe) vertaalde in Gevelde wilg werk van de Franse dichter Philippe Fumery. Vrijwel puur descriptieve poëzie met ingetogen, so(m)bere beel den van de Franse noordwesthoek, samengebracht in een speciale uitgave van Everaers' eenmanstijdschrift Leskimo de Ziericsée, ter gelegenheid van het derde lus trum daarvan. Tot slot eilanden (ISBN 978 90 76870 00 7), een uitgave van de Stichting Kunst- en Cultuur route Middelburg en het eenmansuitgeverijtje Mea Sponte van ex-stadsdichter Joop Buma. Het bundeltje verscheen bij de jaarlijkse poëzieroute in Middelburg op de eerste zondag van november en bevat 15 son netten van evenveel Zeeuwse en andere dichters, gewijd aan het thema 'eiland'. 'De eilanden waarnaar we zochten. De favoriete wegkruipplek. We zijn het zelf,' peinst Theo Raats in zijn sonnet, dat ook al 'Eilanden' heet. 47 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 47