Tl'-.
tekst Frits de Coninck
USEU
VOOR DE
TOEKOMST
mi
Een regionaal museum zoals het Zeeuws Museum in
Middelburg doet het niet vlug goed. Archeologen vin
den dat de opgegraven schatten onvoldoende getoond
worden, anderen missen de stijlkamers, de kunstlief
hebbers willen de beeldende kunst uit het depot en de
nostalgici verlangen de klederdrachten permanent te
zien. Al die verwachtingen tezamen zijn veel meer dan
waar een museum met de omvang als het Zeeuwse
naar ieders tevredenheid aan kan voldoen. De collectie
is te verscheiden; ze is een hybride die het resultaat
is van wat door de eeuwen heen aangeslibd is en wat
doelgericht is verworven. Toeval en beleid, het zijn
die twee sporen waarlangs de collectie zich ontwik
keld heeft die het Zeeuws Museum nu onder zijn
hoede heeft. Daartoe behoort de provinciale collectie,
vervolgens de eerbiedwaardige verzameling van het
Koninklijk Zeeuws Genootschap die vooral het erfgoed
uit de voor de Zeeuwen glorieuze zeventiende eeuw
beslaat en natuurlijk de aankopen die het museum
zelf gedaan heeft. En om de lappendeken compleet te
maken, zijn er de talrijke schenkingen uit particulier
bezit. Dat het museum onlangs een samenhangende
collectie twintigste-eeuwse schilderkunst heeft gekre
gen is uitzonderlijk; weinig collecties hebben zo'n
uitgesproken identiteit als de 'Schilders van Veere' van
Bert Bakker.
Het Zeeuws Museum beheert zo'n 30.000 objec
ten, van een Nehalennia-altaar tot een Indonesische
amuletkoker uit 1791, van Indiaanse mocassins tot
een studie van Mondriaan. En natuurlijk de fameuze
wandtapijten en de Zeeuwse klederdracht. Hoe daar
mee om te gaan? Het museum dat dit jaar 50 jaar
bestaat, heeft bij de heropening in 2007 voor een
andere koers gekozen. Niet meer gericht op het ver
leden, maar op de toekomst. Een samenleving groeit
door, en daarmee de cultuur. Daar ligt de uitdaging
waar het Zeeuws Museum voor kiest.
Een andere omgang met het verleden
Directeur Marjan Ruiter verwoordt de verandering.
'We zijn een regionaal museum en dat schept traditie
getrouw een vaste verwachting. De conventie wil dat
men daar te zien krijgt hoe het verleden was, hoe onze
voorouders leefden en werkten, en dan liefst nog in
chronologische volgorde. Dat doet het Zeeuws Muse
um niet meer. We hebben geen stijlkamers, althans
in principe niet. Nu toevallig wel, omdat dat past in
een tentoonstelling.' Dat is wat men gewoontegetrouw
6 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2