Piet Dieleman, Zonder titel, no. 5 uit serie van 6, 1999. Anneke van der Feer, Bieten laden op de Veerse Kaai1953, aquarel op papier. Collectie PKCZ (Provinciale Kunst Collectie Zeeland) Zeeuws Museum (collectie Bakker) van Charley Toorop, de Middelburger Piet Dieleman en natuurlijk Mondriaan die geregeld 's zomers in Zeeland schilderde. En in het depot bevindt zich nog meer eigentijdse beeldende kunst, losse stukken die in het Zeeuws Museum een geïsoleerd bestaan leiden. Kunst, in de meest algemene zin van het woord, heeft een context nodig. Alleen zo ontstaat er een verband dat de dingen herkenbaar maakt en betekenis geeft en, ook niet onbelangrijk, in waarde laat groeien. Zo'n grotere context ligt in Zeeland voor het grijpen, bij wijze van spreken. Er zijn hier drie publieke collec ties. De Stichting Beeldende Kunst Zeeland, verbon den aan De Vleeshal, heeft de afgelopen 20 jaar een belangrijke collectie eigentijdse kunst aangelegd die bij gebrek aan opslagruimte en geld voor conservering ondergebracht is bij het muhka in Antwerpen. Verder is er de kerncollectie Vlissingen en natuurlijk de col lectie van het Zeeuws Museum. Wat zou er meer voor de hand liggen dan de grenzen van ieders domein te overschrijden en te komen tot samenwerking? Beeldend kunstenaar Loek Grootjans, geboortig uit Arnemuiden, is er duidelijk over: 'Hoe belangrijk het ook is om je geschiedenis in beeld te brengen, je moet tegelijk als museum ook proberen uit het Zeeuwse te komen. En daarvoor is samenwerking met andere col lecties noodzakelijk. Een museum moet ambiëren om open en breed te worden, moet als een bloem leven en opengaan. De kunst moet je niet ijken in Zeeland, ijken doe je internationaal. Daarom moet je vanuit de Zeeuwse bron vertrekken om groter te worden, om de wereld te laten zien dat hier meer is dan aardappels en klei, om meer te zijn dan 'lekker onder elkaar'. Het Zeeuws Museum moet in mijn optiek meer zijn dan een conglomeraat van wat we al hebben en ken- 9 Zeeuws Tijdschrift 2012 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 9