1 en niet SCOOP. Maar goed, achteraf zou je kunnen zeggen dat we ons als organisatie wel eens te beschei den hebben opgesteld. Is gezien de latere verhouding met de provincie waarin het vooral gaat over prestatieafspraklen wel eens overwogen om de private kant op te gaan? Niet echt. We hebben er wel intern discussie over gehad. Het initiatief daarvoor kwam overigens van de Provincie zelf. 'Kies deels voor de markt', zeiden ze. Ik vond het een ondoordacht plan, want daar had den we gewoon de mensen niet voor. Dat vraagt een andere organisatie. Ook ander personeel. Je werkwijze veranderen, gaan concurreren met adviesbureaus. Misschien had het gekund, maar ik zag her en der in het land soortgelijke initiatieven stranden. Als leiding hebben we toen tegen de Provincie gezegd: 'Als jullie dat écht persé willen, dan stoppen we d'r mee.' Dan moet je echt een andere organisatie maken. Daarbij speelde natuurlijk ook dat wij als SCOOP van mening waren en zijn dat je als Provincie Zeeland de taken die wij uitvoeren ook behoort te financieren. Dat past bij Zeeland, de kleinschaligheid van de provincie en de grootte van de gemeenten. Toch is de koers van SCOOP sinds een paar jaar verlegd. En dat heeft te maken met het causale verband tussen zichtbaarheid en bestaansrecht. Zeker, we moeten ons laten zien en dat doen we nu ook op alle mogelijke manieren. Maar structureel komt het belangrijkste waarmee we die inhaalslag gaan maken nog. Op 4 december 2009 had ik een gesprek met de Zeeuwse Bibliotheek-directeur Ton Brandenbarg. We besloten toen om samen te gaan. Het was voor mij het meest cruciale moment van de afgelopen jaren. Beschrijf dat moment is. Het was heel intuïtief. Ineens was de klik er en dacht ik: nu moet het gebeuren, terwijl ik geen idee had wat er op ons af zou komen. Heb je dat vaker? Ja. Dan word ik om half vijf 's nachts wakker, pak mijn boekje en pen en noteer dat ik die of die moet bellen omdat er iets gewoon moet gebeuren. Met de Roosevelt Academy ging het net zo (Van den Bout speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Roosevelt Academy, red.) Ook daar dacht ik toen ik Hans Adriaansens toevallig ontmoette, wat een kans en vooral wat een kans voor Zeeland! Kan je zo opereren en zaken organiseren omdat je een goed en groot netwerk hebt? Ik ken veel mensen, Zeeland is ook niet zo groot. Los daarvan heb ik in heel Nederland mijn contacten, dat vraagt ook onderhoud. Je werkt daar eigenlijk dage lijks mee, ik probeer vooral dat anderen daar gebruik van maken. En op bepaalde momenten doe ik er wat mee. Dat betekent niet dat ik een soort planning heb van een keer per maand moet ik daar heen. Waar het mij om gaat is dat als ik iemand wat wil vragen het zó geregeld is omdat diegene weet dat het zinvol is, dat het ergens toe leidt. Verder is het zo dat als er dingen aan elkaar gekoppeld moeten worden, ze me weten te vinden. Dat gaat automatisch. Ze zien mij als een ver bindende figuur en in zekere zin past dat bij SCOOP én bij mijn rol als directeur. Opvallend is datje vrijwel je hele carrière leidende posities hebt bekleed. Ik wil dingen aanjagen, regelen, organiseren. En dat werkt het beste als je dan op de juiste plek zit. Wat is je stijl van leidinggeven? Wat ik vooral doe en beoog is ruimte maken voor de professionals, zij kunnen het allemaal beter. Ik ben niet gespitst op hiërarchie en macht, al stel ik wel m'n ïo Zeeuws Tijdschrift 2012 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 10