Staat van Nederland (van het SCP), dan valt op dat de
Zeeuw vergeleken met vijf jaar geleden alle reden tot
tevredenheid heeft. 'Mijn bezoek heeft kennelijk sti
mulerend gewerkt', schertst Schnabel. 'Maar de cijfers
zijn inderdaad gunstig.' De provincie is vergeleken
met vijf jaar geleden voor veel inwoners een nog pret
tiger woonoord geworden. Zo leven bijvoorbeeld min
der mensen in armoede en is de veiligheid in vrijwel
elke gemeente toegenomen. Vergeleken met de rest
van Nederland worden Zeeuwen ouder, is er minder
werkloosheid en is het is in onze provincie opvallend
veilig, behalve in het verkeer, al is ook die situatie ver
beterd.
Schnabels bezoek aan Zeeland stond destijds in
het teken van 'Zeeuws geluk'. Het resulteerde onder
meer in het boekje Duurzaam gelukkig, dat hij samen
schreef met Standplaats-collega Wubbo Ockels. 'Om
de discussie aan te slingeren poneerde ik toen de
stelling: met de Zeeuwen gaat het goed, met Zeeland
slecht. Het was wat scherp gesteld, maar onderzoek
wees uit dat veel mensen inderdaad zo dachten.' Ook
nu nog, zo bleek uit de nieuwste uitgave van de Soci
ale Staat van Nederland die afgelopen november ver
scheen. De bekende paradoxale oneliner (met mij gaat
het goed, met de samenleving niet) gold ook in 2007
al voor de Zeeuwen. 'Er was toen nog geen spoor van
een economische crisis; het ging Zeeland - net als de
rest van Nederland - voor de wind. Er was alle reden
voor een jubelstemming.'
Hoewel het de Zeeuwen nu nog beter vergaat
dan vijf jaar geleden, is de stemming niet navenant.
Illustratief is wellicht de waardering van de voorzie
ningen in de verschillende kernen. Juist de gemeen
ten met relatief de minste voorzieningen scoren qua
waardering relatief goed. 'Het blijft erg moeilijk zoiets
te verklaren. Het is iets algemeen menselijks om voor
al oog te hebben voor wat er misgaat. Zeeland noch
Nederland zijn wat dat betreft uniek. Je ziet dit soort
schijnbare tegenstrijdigheden overal in Europa.'
Recreatieparadijs
Desgevraagd is Schnabel bereid aan te geven waar vol
gens hem nog kansen liggen voor de provincie gezien
de karakteristieke geografische structuur die een zeke
re kleinschaligheid met zich meebrengt. 'Je moet geen
dingen veranderen die niet te veranderen zijn. Neem
de vergrijzing; dat moet je echt accepteren en ermee
leren leven. Als er structureel minder mensen in de
provincie wonen zou je naar mijn mening bijvoor
beeld beter kunnen kiezen het tweedewoningbezit
niet te ontmoedigen. Beter dat een woning als tweede
woning recreatief wordt gebruikt en onderhouden dan
dat zo'n woning staat te verkrotten.'
Schnabel is van mening dat Zeeland veel te bieden
heeft als recreatiegebied, maar daar nog meer uit kan
halen. 'Ik ben een bosman. Dat zal te maken hebben
met mijn Brabantse achtergrond. Ik vind de Zeeuwse
kust prachtig, omdat grote delen hun natuurlijk
heid hebben behouden, zeker als je dat bijvoorbeeld
vergelijkt met de Vlaamse kust die bijna helemaal is
volgebouwd. Toch zou de schil rond het land als het
aan mij ligt wel wat breder mogen, wil Zeeland nog
aantrekkelijker worden als recreatiestreek.
De mooiste kustgebieden in Nederland zijn toch
de delen met de meest uitgebreide bos- en duingebie
den er vlak achter, zoals bij Wassenaar. Zeeland heeft
die gebieden eigenlijk alleen in de koppen van de
eilanden, met name op Schouwen.' Mooi landschap
alleen is niet voldoende, de recreant moet zich er ook
kunnen vermaken. 'Toen ik in 2007 Zeeland bezocht
heb ik me daarom positief uitgelaten over Waterdu-
nen, het plan om het kustgebied in West-Zeeuws-
Vlaanderen aantrekkelijker te maken voor toeristen.'
Zeelandstad
De afgelopen vijf jaar is de samenwerking binnen
Zeeland - de Zeelandstadgedachte - op veel gebieden
verder toegenomen. 'Ik vind het moeilijk om te bepa
len welke schaalgrootte qua gemeenten het best bij
Zeeland past. Door de geografische structuur blijven
het in zekere zin altijd versmolten eilanden. Ik ver
wacht daarom niet dat er op korte termijn heel ingrij
pende herindelingen zullen plaatsvinden. Wel zullen
de gemeenten elkaar in de toekomst nog meer gaan
opzoeken, omdat dat vaak pure noodzaak is, bijvoor
beeld vanwege een flink aantal decentralisaties van
rijks- of provincie- naar gemeenteniveau. Dat is ver
standig. Het is goed dat de gemeenten, vaak in regio
verband, samen optrekken, bijvoorbeeld op het gebied
van jeugdzorg.' Zolang de trend van decentralisaties
doorgaat, verwacht Schnabel dat die toename van
intergemeentelijke samenwerking zal blijven voortdu
ren. Het geluk van de Zeeuw laat zich nog moeilijker
voorspellen. Een wellicht onvermijdelijke afname van
voorzieningen hoeft - zo blijkt gelukkig - niet meteen
nukkig te maken.
14 Zeeuws Tijdschrift 2012 3-4