Helma Wolf-Catz Arcadië met malaria
tekst Mario Molegraaf
Een jaar of twintig geleden was er tumult rond een
boek Where Troy once stood van Iman Wilkens. Met
fantastische kunstgrepen werd de wereld van Home
rus verplaatst van Zuid-Europa naar West-Europa.
Naar Zeeland onder meer. Een hoogtepunt was dat
hij Nieuw- en Sint Joosland uitriep tot de plaats waar
Homerus, de eerste en nooit meer overtroffen dichter,
zou zijn geboren en gestorven. Wilkens opperde dat
Joosland eigenlijk los was. Onzin, kolder en quatsch
natuurlijk, hoe mooi het voor Nieuw- en Sint Joosland
ook zou zijn geweest. Maar er is troost: het dorp mag
zich wel degelijk op een auteur van enige betekenis
beroemen.
Op 31 mei 1900, 's avonds om elf uur, werd in het
doktershuis aan de Postweg een meisje geboren, de
dochter van Benoit Felix Catz en Rebekka Abramma
Cohen. Later zou ze als Helma Wolf-Catz naam
maken. Met romans, waaronder een zevendelige
cyclus. Met gedichten. En met haar in 1975 gebundel
de Zeeuwse herinneringen, opgedragen aan Hans War
ren die haar, zoals ze meldt, 'door zijn verzoek voor
het Zeeuws Tijdschrift inspireerde tot het neerschrij
ven'. Bij haar krijgt Walcheren toch nog een Griekse
allure. Ze maakt er een Arcadië van, met een onge
kend weelderige natuur. Maar het is een Arcadië met
malaria. Deze kwaal heerste namelijk nog volop in de
streek. Ze moest kininepillen slikken en haar vader,
de enige arts van Arnemuiden tot Ritthem, spande
zich in om de ziekte te bestrijden. Rond Nieuwjaar
1911 verhuisde het gezin naar Blaricum, maar de
Zeeuwse jaren hadden een diepe indruk op de schrijf
ster in de dop gemaakt.
Poëzie heeft ze niet bijster veel gepubliceerd. In
1944 werd een gedicht illegaal gedrukt, "t Is donker
nog...'. Eerder dat jaar schreef ze in veertienvoud
een paar gedichten over in Aan de rand... Waarmee
Windvlagen uit 1939 haar enige echte dichtbundel
is. 'Oorlog?' heette een van de gedichten. Let op het
vraagteken. Oorlog terwijl het nog geen oorlog is, het
vers 'Holland' wordt door dezelfde dreiging beheerst.
Nog even vaart de storm voorbij de ramen. De storm
die Helma Wolf-Catz een paar jaar later trof. Haar
man werd door de Duitsers opgepakt en vermoord. Ze
verwijst vaak naar de oorlog en verhult minstens even
vaak. Zie hoe cryptisch ze schrijft over haar joodse
grootmoeder die ook in het doktershuis in Nieuw- en
Sint Joosland woonde.
Donkere wolken boven Arcadië. En toch ziet het
er allemaal zo onschuldig uit, zeker de foto's van de
kleine Helma in Nieuwlandse dracht. Zodra Iman
Wilkens met vergelijkbare foto's komt van Homerus,
wil ik het graag geloven. Dat Hellas eigenlijk aan de
Schelde ligt.
Holland
Twee kindren voederen de meeuwen,
een mist hangt om het stadsgezicht.
Dit spel herhaalt zich sedert eeuwen
en nestelt zich in dit gedicht.
De kinderen zijn weer verdwenen,
een deur valt achter hen in 't slot
en binnen met hun blote benen
zijn zij beveiligd voor elk schot.
De kinderen ze spelen samen
in dit gebenedijde land.
Nog vaart de storm voorbij de ramen,
de meeuwen eten uit de hand.
Helma Wolf-Catz (3900-3979J
52 Zeeuws Tijdschrift 2012 3-4