iml* ts! ff!' mwl i£tr m* iirs~?ttö ggT. i is El 88- HOC SIGNO VINCENT- SI CALCEM A VERTICE VERTENT- ORTVS ET OCCASVS, SEPTENTRIO MERlDIESCi_V E, yiif-5 istf yrf! rS- s ten ujtt jftj? ♦H+l t P5»H- rrtg «mi tiff? irêti" Wt H-S- jbi/tlinUi Dandnrii compofuittdiunxttq; quint(y '/ixtsm NsafMlliflltbni Crmrm ftn- organiseerde onder meer deze uitvoeringen, hierbij praktisch ondersteund in de persoon van Gemma van der Hoogte. De componisten in kwestie zijn Ghiselin Danckerts en Lupus Hellinck. Van deze twee groothe den voerde Studium Chorale op 14 december 2008 nogmaals werk uit in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek te Maastricht; van deze uitvoering werden door de KRO radio-opnamen gemaakt. Terwijl enkele decennia geleden nog werd gespro ken en geschreven over de 'Nederlandse' componisten uit de vijftiende en zestiende eeuw, is tegenwoordig het besef doorgedrongen dat vrijwel al deze compo nisten in werkelijkheid uit Noord-Frankrijk of België afkomstig zijn. Danckerts en Hellinck blijken tot de zeer weinige uitzonderingen te behoren, wat enige aandacht aan hen op deze plaats eens te meer recht vaardigt. Afbeelding 2. Ghiselin Danckerts, Crucem sanctam subüt. Ook de notatiewijze van dit latere, vermoedelijk uit 1549 daterende motet is enigmatisch. In compositorisch opzicht is zonder meer sprake van een tour de force. De vier in de hoeken geno teerde stemmen zijn canonisch en worden door twee niet-cano- nische stemmen aangevuld, die daarmee het werk tot een zes stemming motet completeren. (Zie voor een nadere toelichting en oplossing EMZ V.) Een Thoolse jongen in het pauselijke koor In een muziektheoretisch traktaat dat Ghiselin Danc kerts kort na 1551 in Rome voltooide, schrijft hij dat hij geboren is in de provincie Zeeland, en wel 'in una terra chiamata Tholen', vermoedelijk omstreeks 1510. In 1538 werd hij als zanger opgenomen in een van de meest prestigieuze vocale ensembles van Europa: het pauselijk koor van de Sixtijnse kapel, waar hij gedu rende bijna 30 jaar onafgebroken zou werken. Hoe hij in Rome terecht is gekomen, is niet geheel duidelijk, maar bekend is dat ook ene 'Petrus Adriaanszoon, alias Danckerts' uit Tholen - naar alle waarschijn lijkheid een familielid - in die tijd in Rome werkte. Opmerkelijk genoeg was Danckerts in het pauselijke koor niet de enige Zeeuw. Vier jaar voor hem was Franciscus Goes in het koor opgenomen. De twee Zeeuwen hebben zich in gemeenschappelijke dienst van de paus waarschijnlijk verbonden gevoeld; in elk geval heeft Danckerts zijn collega gedurende diens laatste dagen in 1539 onafgebroken bijgestaan. Danckerts moet een in vele opzichten gewaar deerd man zijn geweest. Hij wist een privilege te verkrijgen om zijn muziekwerken op de markt te mogen brengen. Het zou gaan om: 'missen, motetten, hymnen, psalmen, lezingen, lamentaties, chansons, dialogen en andere zaken'. Uiteindelijk leken tot voor kort slechts zes van zijn composities bewaard te zijn gebleven; deze werden in 2001 uitgegeven als deel V in de serie Exempla Musica Zelandica (EMZ). Ze getuigen van een gedegen kennis van de roemruchte Franco-Vlaamse muziektraditie. In die traditie past ook de bijzondere wijze waarop sommige van zijn composities werden gedrukt, want Danckerts leefde in een tijd waarin men hield van symbolen en intel lectuele spelletjes. Een uiterst gecompliceerde canon is zijn vierstemmige Ave maris Stella uit 1535, mede beroemd geworden vanwege de notatie: in de vorm van een schaakbord (afbeelding 1). Pas nadat deze notatie is opgelost kan het motet worden uitgevoerd. 55 Zeeuws Tijdschrift 2012 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 55