Is het niet extra wrang om te zien dat een aantal maat regelen haaks staan op de onderzoeksresultaten van SCOOP, bijvoorbeeld over het belang van sociale cohesie? Juist, het blijkt dat feiten niet altijd de basis zijn voor beleid. Ook dat is politiek. Men zegt eenvoudig dat sociale vraagstukken in het vervolg maar door de gemeenten zelf opgelost moeten worden, terwijl die gemeenten nu al de grootst mogelijke moeite hebben om hun begrotingen sluitend te krijgen en ook niet in staat zijn alles wat nu naar hen komt even op te pak ken. We zijn een instituut dat in de haarvaten van de Zeeuwse samenleving geworteld is. Het is ook een unieke club, met kennis en onderzoek, maar juist ook met medewerkers die met diverse projecten in die samenleving dagelijks actief zijn. We zijn zichtbaar in de amateurkunst, bij scholen, in het opbouwwerk, met jongeren en cultuur op heel veel fronten en bij gemeenten. We verbinden en zoeken verbanden tus sen mensen: lokale overheden, instellingen en organi saties om samen goede oplossingen te zoeken door de veranderende bevolkingssamenstelling. Zo werken we bijvoorbeeld met inwoners, woningbouwcorporaties en opbouwwerkers aan de verbetering van de woon omgeving en de leefbaarheid. Ook dat zijn factoren die een rol spelen bij een goed vestigingsklimaat. De 'sociaal-culturele inborst' van Van den Bout komt niet uit de lucht vallen. Voordat hij bij SCOOP begon, stu deerde hij aan de sociale academie en werkte hij door heel het land aan projecten in achterstandswijken. Na de mulo en de experimentele havo in Middelburg ben ik in 1970 naar de Horst in Driebergen gegaan. Toen was daar net een 'revolutie' aan het uitbreken, linkse stromingen en de golf van democratisering. Ik heb er ongelooflijk veel geleerd. Daarna ben ik gelijk aan het werk gegaan. Vooral in de grote steden. In de Dapperbuurt in Amsterdam ben ik vooral de renova tie en sloop van de buurten bezig geweest. Daar zag ik hoe belangrijk de cultuursector en de kunstenaars zijn in veranderingsprocessen. Daar werd het me zo duidelijk hoe belangrijk het is om mensen betrokken te krijgen zodat ze samen dingen gaan doen. Ik werd er me bewust van hoe krachtig de combinatie van cul tuur en maatschappelijk engagement kan zijn. Ik heb daar vier jaar gewerkt. Toen was ik even op. Wonen en werken in zo'n wijk, 24 uur per dag ben je bezig, dat vergt wat. En, behoefte om terug naar Zeeland te gaan? Nee, maar in mijn nieuwe baan - later een provinciaal innovatieproject in Drenthe over onderwij sachter- standsbeleid - werkte ik wel al samen met de school begeleidingsdienst in Zeeland. Dat heb ik tot gedaan... En toen ging de telefoon... Inderdaad. Ben de Reu van het RPCZ belde mij in 1997 en zei: 'Dick ze zijn iets aan het doen in Zeeland, ik weet niet precies wat, maar het heeft te maken met sociaal-culturele zaken. Volgens mij is het echt iets voor jou. Bel de Provincie eens.' Zo is het gegaan; terug naar Zeeland. We kennen elkaar dus al een tijdje. Ben is een bijzondere man. De humor klikt en we hebben ook een gezamenlijke hobby, namelijk fietsen, hij fietst me er trouwens wel uit! Nu hij gede puteerde is, zijn de rollen anders. Dat is logisch, maar de verstandhouding is goed. 1998, het begin van SCOOP Nou ja, het begin. Er was nog helemaal niks. Ik had een kamertje in het provinciehuis, een visitekaartje en kreeg een secretaresse, Lisa, van de provincie om me wegwijs te maken... In het provinciehuis waren allerlei instellingen - van scouting tot onderzoek - samengevoegd die eigenlijk niet wilden samenwerken. Bovendien was er sprake van een politiek en toch ook wel maatschap pelijk klimaat waarin men totaal niet op de welzijns sector zat te wachten. Wat me opviel was dat de welzijnssector in Zee land een ander karakter had dan ik gewend was. Twee dingen: we zijn in Zeeland gewend veel zelf te rege len, daar speelt de Ramp ook in mee, we klaren hier in Zeeland de klus zelf wel. Een oom van mij was in de jaren zeventig burgemeester van Westerschouwen. Hij heeft me dat toen ook wel duidelijk gemaakt. We redden ons zelf wel, dat hoort bij onze cultuur. Het tweede element is dat ik een organisatie aantrof met teveel afstand ten opzichte van de samenleving. Ze schreven verhalen hoe het zou moeten, maar stonden zelf niet in de klei. Ik heb die situatie wel eens verge leken met de reeks van Het Bureau van Voskuil. De besluiteloosheid, het gebrek aan resultaten, de manier van communiceren. Ik zag beelden uit dat boek soms in het echt langskomen. Op vragen die je dan stelde kwam vaak een antwoord waarop je alle of heel veel 8 Zeeuws Tijdschrift 2012 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 8