EEN HUISKAMER OP STRAAT
Thorsten Brinkmann
Thorsten Brinkmann is een jager en een verzamelaar
van spullen die in elk gewoon interieur voorkomen.
Het zijn spullen die afgedankt zijn en daarmee geen
waarde meer hebben. Maar de kunstenaar kijkt anders
en sleept het tweedehands materiaal met een ano
nieme geschiedenis naar zijn loods, om er iets heel
anders mee te doen. Gevonden, niet gezocht, op de
vlooienmarkt, bij de kringloop of gewoon bij het afval.
Alles is bruikbaar, en alles gebruikt hij ook weer. Hij
is een beeldend kunstenaar die de dingen een nieuw
leven bezorgt, die het oude recyclet.
Drie lantaarnpalen die normaal hun functie blij
ven uitoefenen, heeft hij een omhulsel gegeven van
oud huisraad uit zijn verzameling. En om het idee van
huiselijkheid dat nog aan die dingen kleeft te bevesti
gen heeft hij een van de palen uitgebreid met een zitje
dat ook werkelijk de bedoeling heeft de bezoekers tot
zitplaats te dienen.
Het werk van Brinkmann is naar zijn techniek
heel heterogeen. Hij is fotograaf, schilder, hij gebruikt
readymades en hij maakt collages en beelden. En
eigenlijk past hij al die strategieën tegelijkertijd toe
in zijn werk. Maar op welke manier hij het ook doet,
het gaat hem vooral om Het Ding. En bij hem is dat
een banaal voorwerp dat opvalt door zijn gewoon
heid. Het kan een garderobe zijn, een lampenkap, een
tafeltje, een kleed, een zetel of wat dan ook. Ze zijn
afgedankt en daarmee zijn ze hun vertrouwde functie
kwijt. Maar Brinkmann gebruikt het ding opnieuw, nu
als een readymade, in een soms surreële verbinding
met een ander object of met een persoon. Met zich
zelf, bijvoorbeeld. In zijn fotografische zelfportretten
verkleedt en maskeert hij zich telkens op een andere
wijze. De ene keer trekt hij tweedehands kleding over
zijn hoofd. De andere keer verstopt hij zijn gezicht
in een lampenkap of bloempot. Zo realiseert hij een
steeds andere voorstelling van zichzelf, en meestal in
een pose die lijkt te verwijzen naar een heldenbeeld of
een regentenportret.
In het gebruik van readymades staat Brinkmann in
de traditie die begon met een van de peetvaders van de
twintigste-eeuwse kunst, de dadaïst Marcel Duchamp.
Door een alledaags voorwerp, zoals een pissoir, in een
volkomen andere omgeving te plaatsen (een museum
bijvoorbeeld) ontdoe je het ding van zijn bekende func
tie en geef je er een nieuwe betekenis aan. Kunst was
voor Duchamp geen ambachtelijke vaardigheid maar
een idee dat mensen tot nadenken aanzet. En zo is het
ook voor Thorsten Brinkmann. Met de spullen die hij
in Hamburg heeft verzameld gaat hij in Middelburg de
lantaarnpalen omhullen. Het is als in een toneelstuk
waar de decors worden gewijzigd en zo een andere
werkelijkheid wordt geschapen. Hij ensceneert een
nieuwe wereld met oude spullen waar een beteke
nis aan vastzit die in deze context ogenschijnlijk niet
thuishoort. Deze spullen hebben ooit gefunctioneerd
in een interieur dat hij nu buiten herschikt, maar
zonder het vertrouwde gevoel dat die dingen aankleeft.
Brinkmann organiseert een huiskamergevoel in de
publieke ruimte. Dat roept vragen op. Naar de manier
waarop wij met de dingen omgaan en hoe wij ons
leven aankleden. Maar ook naar de beweeglijkheid van
de grens tussen de private en de publieke ruimte in de
stad. En uiteindelijk altijd naar de grens tussen idee en
werkelijkheid. Want Brinkmann blijft schatplichtig aan
Marcel Duchamp.
www.thorstenbrinkmann.com
27