Francisca van Vloten. Foto Arnold van Houtum
buitenstaander. Enfin, afstand scherpt de blik, zeiden
de ouden.
Europees fenomeen
Voor de Zeeuwse Boekenprijs (ZBP) werden in de
periode tot 2012 49 boeken genomineerd. Om welke
genres ging het? Laten we kijken naar de tabel. Het
genre geschiedenis scoort het hoogst. Dat viel te ver
wachten. Mij trof wel dat de genres biografieën en
romans behoorlijk meetellen. Een aangename ver
rassing: biografieën en romans lees ik het liefst; het
verlichtte de taak die ik voor deze special op me nam.
Het aantal boeken in deze twee genres (zestien) komt
aardig in de buurt van het aantal in het genre geschie
denis (negentien). Dit is nog sterker het geval als
de twee kunstboeken worden overgeheveld naar het
genre biografieën. Dat kan probleemloos, het is tegen
niemands zere been, ook niet tegen dat van de vrouw
die bij beide boeken betrokken was in een scheppende
rol. Ik heb het over Francisca van Vloten, de nummer
drie op mijn persoonlijke hitlijst.
Kunsthistorica Francisca van Vloten kreeg de ZBP
in 2004 voor haar boek over de kunstenares Mies
Elout-Drabbe. Ik geef de volledige titel, dat kan nooit
kwaad: Moen. Tussen Toorop en Mondriaan. De kunste
nares Mies Elout-Drabbe i8yj-igj6 (Vlissingen: Den
Boer De Ruiter 2004). De ZBP-jury 2004 vond dit
'een belangwekkende kunsthistorische studie die iets
wezenlijks toevoegt aan het beeld van de kring van
kunstenaars te Domburg.' Bij de uitreiking zei de 'dol
blije' Van Vloten 'volkomen beduusd' te zijn (Provinci
ale Zeeuwse Courant, 5 november 2004).
Mies Elout-Drabbe, ook Moen genoemd, vormde
samen met Jan Toorop de kern van de kunstenaarsko
lonie in Domburg. Hiervan maakten ook de volgende
kunstenaars deel uit (plus familie): Bine de Sitter, Arthur
en Annie van Schendel en Rik Roland Holst. Andere
kunstenaars sloten zich voor korte of langere tijd bij
de kolonie aan, onder wie Otto van Rees, Piet Mondriaan,
Jacoba van Heemskerck en Marie Tak van Poortvliet.
Kunstenaarskolonies waren aan het begin van de
twintigste eeuw een Europees fenomeen. Een jaar of
tien geleden ben ik er even hevig in geïnteresseerd
geweest. In het Singer Museum in Laren kocht ik de
catalogus die was verschenen bij een tentoonstelling
in het Germanischen Nationalmuseum (Nürnberg):
Künstlerkolonien in Europa. Im Zeichen der Ebene und
des Himmels (2002). Dit weldoorvoede boekwerk
informeert ons over de Nederlandse kunstenaarskolo
nies Katwijk, Laren en Oosterbeek; naar Domburg is
het vergeefs zoeken.
Van Vloten zoomt via Elout-Drabbe in op de
begin-twintigste-eeuwse Domburgse microkosmos.
Maar zij blijft ook een open oog houden voor de wij
dere nationale en Europese context. In die nauwelijks
te tillen Duitse catalogus wordt Domburg over het
hoofd gezien. Dat dit zeer ten onrechte is, daarvan
9 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8