strijd om een open Oosterschelde, wordt in zijn boek aan flarden geschoten.' De auteur, die in 1970 de oprichting meemaakte van de Aktiegroep Open Oosterschelde, 'heeft ze allemaal nog eens opgezocht; de voor- en tegenstanders van een open Oosterschelde. Politici als Tjerk Westerterp en Huib Eversdijk, die desnoods 180 graden draaiden omdat ze nou eenmaal politici waren. 'De Schippers boek is het kostelijke, menselijke verhaal van een groepje gewone lui met een overtuiging, tegen het ambtelijke en politiek decor van het naoorlogse Zeeland. De Aktiegroep Oosterschelde Open heeft voor de helft gewonnen, of verloren; het is maar hoe je het bekijkt.' In 2011 won De SCHIPPER de Jan Bruijnsprijs opnieuw, deze keer met De Sterke van Saejiinghe (Amsterdam: Atlas 2010). In dit boek, aldus de Zeeuwse Provinciale Courant (2 september 2010), schrijft De Schipper over 'de mensen in en rond het Verdronken Land van Saeftinghe. Hoofdpersoon is Staf de Sterke, die eigenlijk Gustaaf de Maayer heet. Hij leefde van 1893 tot 1963 in Nieuw-Namen en het aanpalende Kieldrecht in Vlaanderen. Hij was visser, smok kelaar en werkte "op de bagger" - op een bag gerschip op de Westerschelde.' De Schipper sprak voor zijn boek met Stafs kinderen, met diens schoonzoon en met streekgenoten. Hij combi neerde die oral history met ruim archief- en lite ratuuronderzoek. Zo werd het mogelijk 'een paar eeuwen leven te tekenen in Nieuw-Namen, een vergeten dorpje op de rand van Nederland. In het uiterste hoekje van Zeeuws-Vlaanderen, "zo'n plek waar de geschiedenis maar langzaam sterft".' SLAGER, Kees (1938), journalist, schrijver en politi cus. Publiceerde in 2007 Mijn Zeeland (Amster dam: Atlas), een serie korte teksten waarin hij uiteenlopende onderwerpen uit verleden en heden van Zeeland belicht. Mijn Zeeland haalde de short list van de Zeeuwse Boekenprijs 2007. De ZBP- jury oordeelde: 'De journalistiek is Kees Slager op het lijf geschreven. In Mijn Zeeland komt dit nadrukkelijk naar voren. Met dit essayistische boek steekt de tegenwoordige senator de riek diep in de grond om zacht stro te oogsten.' De ZBP ging dat jaar naar andere auteurs, maar Slager kreeg wel de Jan Bruijnsprijs (toen nog de Publieksprijs). SWIERS, Robert Jan (1959), schrijver en singer-song- writer Jan J. B. KUIPERS (1953), schrijver en redacteur. Coauteurs van Het verhaal van Zeeland (Hilversum: Verloren 2005). Wonnen met dit boek in 2005 de Zeeuwse Boekenprijs. Swiers schrijft voor zowel volwassenen als kinderen. Van zijn hand verschenen meer dan dertig boeken. Kuipers, wiens werk uiteenlopende gebieden bestrijkt, bracht er zo'n vijftig op zijn naam. De Provinciale Zeeuwse Courant (31 mei 2005) over Het verhaal van Zeeland: 'De hoogte- en dieptepun ten uit de Zeeuwse geschiedenis staan er allemaal in. De vroege bewoning (er zijn Neanderthalers geweest), de aanwezigheid van de Romeinen, de invallen van de Vikingen, de inpolderingen en het landverlies, de opkomst van de steden en de handel, het verloop van de Tachtigjarige Oorlog (en het vervaardigen van zes wandtapijten over de strijd tegen de Spanjaarden), de oprichting en bloei van de handelscompagnieën en de kaapvaart (de Gouden Eeuw), de zeehelden (met natuurlijk het verhaal over Cornelis Evertsen die zijn schip met iets te veel bravoure op Vlissingen aanstuurde en strandde), enzovoorts.' TREUR, Franca (1979), schrijfster en freelance journa liste, auteur van Dorsvloer vol confetti (Amsterdam: Prometheus 2009). Won in 2010 met dit boek, haar eerste roman, de Jan Bruijnsprijs. Hoofdpersoon in de roman, waarmee Treur Nederland aan haar voeten bracht, is het twaalfja rige meisje Katelijne, dat met uitsluitend broers opgroeit in een strenggelovig boerengezin op Walcheren. De roman laat zich lezen als een verza meling scènes, een reeks verhalen die samen een portret schetsen van een orthodox milieu aan het begin van de jaren negentig. 'Een indrukwekkend boek,' aldus de Provinciale Zeeuwse Courant (14 oktober 2009) 'waarvan je vermoedt dat het ooit geschreven móest worden.' 15 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2012 | | pagina 17