Natuurlijk, de zee is onberekenbaar en geen minuut
hetzelfde, maar luisteren doet hij, naar de maan, naar
de seizoenen, naar storm en windstiltes. Wanneer je
al decennia lang regelmatig over de Zeeuwse stranden
loopt, vallen je andere patronen op die de ebcyclus,
het weer en het jaarritme ontstijgen. Over langere tijd
gemeten zie je ze: trage verschuivingen in die zilte
ordening. En goed, de strandvissers vangen minder,
maar het zijn niet allemaal veranderingen ten kwade.
Zo loop je nooit meer, zoals dertig jaar terug,
gegarandeerd, zwarte smeerhielen op bij een wande
ling blootsvoets. Ook is de vloedlijn niet meer bespik
keld met die nurdles, plastic korrels, grondstof van de
kunststofindustrie. Vroeger zag je ook nooit zeehon
den bij Schouwen of Westkapelle. Wie er oog voor
heeft: ze zitten er tegenwoordig altijd.
Nog een wijziging ten opzichte van de robbenloze
stookoliedagen: de bergen lege mesheften - ook wel
scheermessen genoemd - op het strand. Of dat nu
een verandering ten goede of ten kwade is, ligt op dit
moment nog open.
Ze zouden trouwens beter lemmeten kunnen
heten, zo soepel glijden ze je voetzool binnen. Ze dui
ken niet alleen op bij laag water aan het strand, maar
je treft ze ook vaker in de viswinkel, waar ze tot maar
vijf jaar terug alleen als zeeaas over de toog gingen.
Waar komen al die mesheften vandaan? Het
korte antwoord: uit de Verenigde Staten. Volgens het
Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) zijn ze, allicht
met ballastwater, eind jaren zeventig in de Duitse
Bocht beland en van daaruit heeft de Amerikaanse
zwaardschede (Ensis directus) de kustwateren van Oslo
tot Cherbourg en van Huil tot Malmö gekoloniseerd.
Ze komen in grote dichtheden vlak onder de kust
voor, volgens het Wagenings onderzoeksinstituut
IMARES tot wel tweeduizend stuks per vierkante
meter. Stormen woelen de mesheftkolonies om, waar
na ze en masse stranden.
Is de komst van die Amerikaanse mesheften, toch
een exoot, nu slecht nieuws of niet? De zee-instituten
geven hem het voordeel van de twijfel. We hadden
hier wel het kleine mesheft Ensis ensis), maar die
soort zit in dieper water, dus echte competitie is er
niet. En van andere Amerikaanse broodroof van eigen
schelpdieren is tot op heden niets gebleken.
En nu ze er toch in overvloed zijn, waarom zou
den we daar geen gebruik van maken? Bijvoorbeeld
geroosterd met fijne saus, als voorgerecht.
Anderhalf pond mesheften
rode ui
3 knoflooktenen
witte balsamico-azijn
bos peterselie
olijfolie
zout, peper
Snijd de ui en de knoflook ultrafijn en bak ze met wat
zout en peper in een paar ferme scheuten olijfolie.
Voeg daarna een half wijnglas witte balsamico toe en
laat een kwart inkoken. Zet even apart.
Maak de mesheften even schoon onder stromend
water. Leg ze op een bakplaat en rooster ze onder een
grill tot ze open staan. Haal de plaat er weer uit en
leg ze met de open kant naar boven. Lepel er dan wat
van de saus overheen en doe ze nog even terug onder
de grill. Haal ze er vanonder en laat het fijn gesneden
peterselie sneeuwen over de schelpen.
43 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8