ambulla, ontworpen door Geoffrey Bawa
gevel en het dak van dit complex. En overal geuren
de bloemen en kruipen er dieren door. Er zijn maar
weinig hotels in de wereld waar je een douche neemt
in de buitenlucht oog in oog met een bruiaapje dat je
nieuwsgierig maar geduldig zit te bekijken.
Kandallama is een hoogtepunt uit het oeuvre van
Geoffrey Bawa, de sterarchitect van het land. David
Robson schreef een boek over hem en zijn karakte
ristieke manier van werken. Het kwam uit in 2002
en bracht een internationaal publiek voor het eerst in
aanraking met deze intrigerende man en zijn opmer
kelijke werk. Hoewel Bawa op verschillende momen
ten eer kreeg toegezwaaid, maakte zijn positie in de
periferie van de architectenwereld hem toch niet tot
een bekende figuur. Zelfs nu het boek al tien jaar op
de markt is, kun je Bawa nog altijd ontdekken, zoals
ik deed op mijn reizen door dat prachtige eiland, de
schitterende druppel aan India's kin. Hoewel het kloe
ke formaat van het boek onhandig is om te dienen als
reisgids, kon ik de gedetailleerde informatie die erin
staat goed gebruiken. Ik was dus voorbereid. Vaak
zie je trouwens al bij de eerste oogopslag dat je met
een Bawa te maken hebt. Al moet gezegd worden dat
vooral zijn hotels aan de westkust, vele al in de jaren
zestig ontworpen en gebouwd, de laatste jaren fors
zijn gewijzigd en soms zelfs wezenlijk aangetast. Juist
omdat het in die architectuur aankomt op zorgvuldig
heid en op schijnbaar achteloze details, mag je bij die
gebouwen, zo stelt Robson onomwonden, eigenlijk
niet meer van echte Bawa's spreken. Ze zouden ver
meden moeten worden, want ze tonen een scheef
beeld.
Hij werkte altijd heel precies en hij stelde zich van
tevoren zorgvuldig op de hoogte van de locatie en de
lokale omstandigheden, waarbij de vegetatie altijd een
zeer voorname plaats inneemt. Maar ook de positie
van het gebouw ten opzichte van de kustlijn, omlig
gende heuvels, oriëntatiepunten en zichtlijnen. Alles
moest tot in de puntjes worden opgenomen in het
plan. Hij bouwde voornamelijk met het dak en liet zo
veel mogelijk ruimtes vloeiend in elkaar overlopen,
wat makkelijker was als je geen afscheidingen maakt,
maar alle functies zoveel mogelijk in de open lucht,
weliswaar overdekt, positioneerde. Plafonds en gerin
ge overgangen in niveaus en materialen van de vloe
ren krijgen op die natuurlijke manier veel aandacht.
Elke ruimte nodigt uit tot luieren, tot genieten van de
koelte. Overal staan stoelen. In Sri Lanka een teken
van gastvrijheid. Water, liefst bewegend, zorgt voor
een aangenaam klimaat. Binnenplaatsen koppelen de
Interieur van het Kandallama Hotel; ook de meubels zijn ontworpen door Geoffrey Bawa
45 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8