De heer Bom (1927, Yerseke)
Meneer Bom zat net als opa ook bij de Mariniersbri
gade. Hij was ambulance-chauffeur. Hij heeft heel wat
ritjes naar het Marinehospitaal in Surabaya moeten
maken. Gewonde Indonesiërs hielpen ze ook. Ook
de pemuda's (vrijheidstrijders) die door Nederlands
vuur waren geraakt. Al kregen ze geen voorkeursbe
handeling, ze werden netjes afgeleverd bij hun eigen
hulppost in de stad. Vooral de tweede politionele actie
'Operatie Zeemeeuw' herinnert meneer Bom zich
goed. De landing middenin de nacht op het strand bij
Glondong, de constante regen en de versperringen die
de TNI (Tentara Nasional Indonesia) had opgeworpen.
De heer Ismoenandar (1927, Jombang)
In 1945 hoorde meneer Ismoenandar de revolutionai
re radiotoespraken van Soetomo. Ismoenandar sloot
zich aan bij een van de vele gevechtsgroepen die in
Surabaya streden voor de onafhankelijkheid van Indo
nesië. Op een morgen in 1946 werd hij aangehouden
door een patrouille mariniers. Hij werd verhoord en
mishandeld. 'Met z'n tienen trapten ze in mijn rug
totdat ik bewusteloos raakte.' Zijn vrienden vonden
hem. Hij heeft er blijvend letsel aan overgehouden; hij
loopt mank en zijn voet is verlamd. Na de onafhanke
lijkheid ging het Ismoenandar voorspoedig; hij kreeg
een goede functie als ambtenaar.
De heer Moerdijk (1926, Waarde)
Meneer Moerdijk zat met opa op de lagere school. In
tegenstelling tot opa zat hij als oorlogsvrijwilliger bij
de Koninklijke Landmacht. De burgerbevolking had
de militaire steun hard nodig, meent Moerdijk, cri
minele bendes zorgden voor moord en doodslag. Ze
moesten er orde op zaken stellen. Hij heeft nooit last
gehad van zijn ervaringen op Java en Sumatra, geen
slapeloze nachten Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is
niet dat hij het vergeten is, hij herinnert zich alles nog
helder. Sinds zijn jeugd houdt hij een dagboek bij. Hij
slaat geen dag over. (Uiterst rechts de heer Moerdijk
in 1947).
49 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8