Onvoltooid Verleden Tijd
Leen Bedaux (ed.), Onvoltooid
Verleden Tijd. Middelburg jaren
zeventig. De relatie van het Zeeuws
Museum met vernieuwende kun
stenaars als Marcel Broodthaers,
Joseph Beuys, Ben d'Armagnac
en Gerrit Dekker liep via de legen
darische eerste museumdirecteur,
Piet van Daalen. Middelburg:
Zeeuws Museum, 2012. ISBN
9789074038225.
In de tijd dat directeuren van musea nog zelf kunstwerken versjouwden. Piet van Daalen
haalt in Brussel een werk op van Marcel Broodthaers voor de tentoonstelling Multipels
en Objecten in De Vleeshal in Middelburg in 1969. Fotografie: Maria Gillissen.
In het kader van het vijftigjarig bestaan van het
Zeeuws Museum bracht die instelling een publicatie
uit over Piet van Daalen de eerste directeur die er 25
jaar (1961-1986) de scepter zwaaide. Het boek heeft
de langste ondertitel die ik ooit tegengekomen ben:
'Middelburg jaren zeventig. De relatie van het Zeeuws
Museum met vernieuwende kunstenaars als Marcel
Broodthaers, Joseph Beuys, Ben d'Armagnac en Gerrit
Dekker liep via de legendarische eerste museumdirec
teur, Piet van Daalen'.
In de inleiding wordt de lezer beloofd dat de
publicatie verrassende resultaten bevat die voort
vloeien uit de erin opgenomen bijdragen: lezingen,
foto's, brieven, dagboekfragmenten en interviews.
Op zoek! De publicatie begint met een biografie van
Piet die twee bladzijden en twee voetnoten telt. Uit
de diverse bijdragen valt nog meer biografische infor
matie te distilleren en daar rijst een beeld uit op van
een erudiete, excentrieke, buitenissige vrijgezel en de
ondertitel vertelt de rest. Dat was allemaal bekend in
de kring waar dit boek gelezen zal worden. Maar waar
is hij geboren? Welke opleiding volgde hij? Waar ging
zijn proefschrift over? Had hij relaties buiten die met
de paar beroemde kunstenaars? Wat was de context
waarin hij opereerde? Hoe was het mogelijk dat hij 25
jaar als directeur aanbleef? Waarom wendde hij zich
af van de grensverleggende kunst en stortte zich op
de beroemde wandtapijten van het museum net toen
Marie-Rosa en Marinus Boezem het Podio del Mondo
in het leven riepen? Is het hele archief Van Daalen nu
terug in Middelburg of slechts een gedeelte?
Op sommige vragen is antwoord te vinden in de
interviews die in het boek zijn opgenomen. Zulke
interviews zijn basismateriaal waaruit geput kan wor
den bij onderzoek maar of ze in een dergelijke publi
catie thuishoren? De bijdrage van Louwrien Wijers
geeft niet veel meer dan wat ze daar in haar boek over
D'Armagnac uit 1995 gezegd heeft. Antje von Graeve-
nitz heeft een lezing gehouden maar waar is in geen
van de kleine honderd noten die bij haar artikel horen
te vinden. Dat gaat over het Projekt Vlake voor Sons-
beek Buiten de Perken (1971) en de bemoeienissen van
Piet maar ze verliest zich in het detail en daarom blijft
het nog duister. De persoonlijke notities van Andreas
Oosthoek doorspekt met anekdotes zijn amusant maar
zeggen meer over Oosthoek dan over Van Daalen.
Het boek telt bijna 250 pagina's waarvan minstens
30 pagina's transcripties van handschriften overbodig
zijn. Die handschriften zijn volstrekt leesbaar (wellicht
met uitzondering van de Franse van Broodthaers). De
redactie van het boek was in handen van Leen Bedaux,
een kunsthistorica die in opdracht van het de Vrije
Universiteit Amsterdam en het Zeeuws Museum meer
jarig onderzoek heeft gedaan naar het archief Piet van
Daalen. Van de resultaten daarvan is in dit boek nog
vrij weinig terug te vinden maar wellicht verrast Leen
ons in de nabije toekomst met een biografie van Piet.
Ook heeft Bedaux soms zitten slapen bij haar redac
tionele werkzaamheden. Een voorbeeld. Als Van Daalen
in 1985 op de boot richting Vlaanderen is overleden,
zoals Oosthoek beweert dan is Van Daalens bezoek op
30 maart 1986 met op de bagagedrager een chocolade
paashaas ter ere van de net daarvoor overleden Beuys
een fabricatie in het dagboek van Ronald Mullié of een
slip of the pen van Oosthoek. U roept maar!
Bij elkaar genomen, is het resultaat van haar werk
leuk vergaarde documentatie waar beter een nietje
dan een kaft bij past. Onbevredigend is het wel als
een creatie ter ere van een vijftigjarige. (PVDV)
54 Zeeuws Tijdschrift 2012 7-8