'De Europese Unie is geen toeval' Tot de Nobelprijs voor de Vrede aan toe! Ik was erbij toen de prijs aan de EU overhandigd werd in Oslo. Het was een indrukwekkende ceremonie. De buitenlandse erkenning, Noorwegen is immers geen lid van de EU, dat wij werkelijk een vredesgemeen- schap zijn, is geweldig. Natuurlijk kampt de EU met grote problemen zoals de verdediging van de munt, maar de Euro is stabiel. Hét probleem komt voort uit de grote tekor ten in voornamelijk de zuidelijke lidstaten maar als Duitsers moeten we de hand in eigen boezem steken, want in 2003 steeg ons begrotingstekort ook boven het afgesproken maximum van drie procent uit het Verdrag van Maastricht. Het gaat erom de juiste con clusies te trekken en solidair te blijven, tenminste als we samen onze politieke en economische belangen en maatschappelijke waarden willen verdedigen en behouden. De 500 miljoen inwoners van de EU vor men nog geen 10 procent van de wereldbevolking. Onze generatie is doordrongen van het belang van de EU maar de grote vraag is: hoe overtuigen we jongere genera ties? Dat is een voortdurende opgave die bij het gezin en de familie begint. Als de ouders het belang van de EU niet doorgeven, is er altijd nog het geschiedenisonder wijs op school dat zeer belangrijk is, zeker in deze tij den van vluchtige informatie. We moeten de jongeren laten zien dat het geen toeval is dat we zijn waar we zijn en dat het een lange ontwikkeling is geweest. De media zijn medeverantwoordelijk, want als er alleen maar negatief over Europa wordt bericht dan kan nie mand een ander meer afgewogen beeld krijgen. Wij hebben dijken en het probleem is dat Nederlanders er nu liefst achter blijven en weinig naar buiten gaan. Geluk kig is er het Erasmus-studentenuitwisselingsprogramma. Toen het Europees Parlement in 1979 gekozen werd, waren er nog duidelijke fysieke grenzen in Europa, ook tussen Nederland en Duitsland. Die zijn pas in 1992 verdwenen. In feite zijn we geen buitenlanders meer, want we wonen in de Europese ruimte en zijn burgers van de EU. Natuurlijk moeten de Nederlan ders achter de dijken vandaan komen, maar volgens mij doen ze dat voldoende, ook in Erasmusverband. Het Europees Parlement moet zich ten volle voor dat programma blijven inzetten. Eikaars talen leren, ont moetingen en vriendschappen sluiten, raakt aan de ziel van de Europese gemeenschap. Is de houding van Nederland tegenover Europa anders dan die van andere landen Landen die economisch sterk zijn en hun zaken nog redelijk op orde hebben, stellen terecht de vraag: moeten wij de zwakke broeders blijven steunen? Ik vind dat elke lidstaat zich aan de regels en gemaakte afspraken moet houden. Dan kunnen ze een solidaire houding van andere lidstaten verwachten. Ik vergelijk de EU altijd met een grote familie. Als er in de familie iemand is die zich niet gedraagt, wordt die niet met een buitengesloten maar slaat men een brug om dat lid terug op het goede spoor te brengen. In die fase van bruggenbouw zitten we nu. We moeten landen als Griekenland, Ierland en Portugal helpen zodat ze bij de familie kunnen blijven. Waarom hebben we als politici de burgers niet beter uit gelegd dat de lidstaten in wezen communicerende vaten zijn. We hebben als Nederland enorm geprofiteerd van het lidmaatschap van de EU. Onze familieleden helpen is op de lange termijn alleen maar in ons voordeel. We moeten de politici in de lidstaten ervan overtuigen dat ze meer over de verdiensten van de EU moeten praten met de burgers. Nu lijkt het of het goede uit de nationale hoofdsteden komt en het slechte alle maal uit Brussel. In een globaliserende wereld waarin nieuwe grootmachten zich duidelijk beginnen te manifesteren, kunnen we slechts als Europa nog een rol van betekenis op het wereldtoneel spelen. In 2050 vormt het aantal bewoners van de EU nog maar zes procent van de wereldbevolking en die van Duitsland 0,7 procent. Ik verklaar in al mijn toespraken dat de Duitse eenheid die op 3 oktober 1990 tot stand kwam er nooit zou zijn gekomen als de volkeren in Oost- 38 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 40