'sWERELTS AF-GOD, PONTIAEN van HATTEM- LGELOOVE DER HEYLIGEN, Van MR. J ACOB ROGGEVEEN. Naporra's omweg over een achttiende-eeuwse Duitse VOC-dienaar. Nu is het de Zeeuw Jacob Roggeveen die zijn levensdoel - de ontdekking van het fabelach tig rijke Zuidland - pas na een omweg van dertig jaar, gevuld met religieuze twisten en een zevenjarig ver blijf in Batavia, trachtte te realiseren. Het lukte Rog geveen niet (het Zuidland bestaat helaas niet), maar hij is wel de geschiedenis ingegaan als de ontdekker van Paaseiland. De argeloze lezer verwacht een biografie vol avon turen ter zee, stormen en schipbreuken, honger en dorst, maar vindt zich al na zestig bladzijden terug te midden van felle godsdiensttwisten, verontruste gelovigen, boze kerkeraden en felle scheurmakers die zich naar hartelust van de meest godloze invectieven bedienen om hun tegenstanders zwart te maken. Van Gelder voert de lezer binnen in de wondere wereld van Voetianen, Coccejanen, Verschoristen, Hatte- misten en anderen die met elkaar in de clinch lagen over de juiste interpretatie van het Christelijk geloof. Roggeveen blijkt een aanhanger van Pontiaen van Hattem, een vrijdenkend Calvinist met een eigen visie op Gods woord en een actieve schare volgelingen, die, naar hem, Hattemisten werden genoemd. Hij sloot zich bij deze beweging aan en verzorgde een vierdeli ge uitgave (2700 pagina's!) van diens geschriften. Dat deze godsdiensttwist in Middelburg en trouwens in heel Zeeland zo hevig was en ook zo lang duurde, lag aan de verwevenheid van religie en politiek. De Voeti anen, de aanhangers van dominee Gijsbertus Voetius, belichaamden de algemeen aanvaarde orthodoxe geloofsinterpretatie. De Voetianen hadden ook politiek getriomfeerd en bekleedden de belangrijkste bestuurs functies in de stad en elders in het gewest. Religieuze strijd betekende dus vanzelf ook strijd om de macht. In 1720 ontwikkelde Jacob samen met zijn broer Johan het plan het rijke Zuidland in de Stille Oce aan te ontdekken. De WIC toonde zich bereid de onderneming te financieren. Het idee was eigenlijk van hun vader Arend. Wellicht wilden de broers het uitvoeren omdat zij het hun vader op zijn sterfbed hadden beloofd. Dat klinkt nobel en mooi, maar er is eigenlijk maar één auteur die het zegt, al heeft hij het misschien wel van Jacob zelf gehoord. Raadsel achtig blijft het dat rijke Roggeveen nog op zijn 62ste aan de uiterst riskante tocht begon. Van Gelder voert gissenderwijs enkele andere beweegredenen aan, waaronder Roggeveens mogelijke wens een overzeese DEN VAL VAN jrf OFTE, HET 14 Zege-phalende over de Leere van I EV GEN GEREGTIGH E YT. 'i^ Klaer vertoont in dc nagclatcne Schriften VERVATTENDE Sync Verklaringen ova- dc vy fFormnl icrcirbcncvcn* cenjgc voor- naeme Textcn uyt de H: 'Schrift,'-en andere hyfoncJcrcftbl- fen vcrilrcckcndc alles toe volkomen vcrrroolling en dus tot Saligheyt van 's Mcnfchcn Siel. UYTGEGEVEN DOOR Ctdiokt voor den Uytgerer, en fjn mede te betomen IN 't CRAVENHAGE, ByENGELBREGT BOUCQUET, Bockvcrkoopcr in dc Halftraet, in dc Wacrheyc, tl D CC XVIII. Titelpagina van Den val van 's werelds afgod. Deel 1 (Den Haag 1718). Collectie: Universiteitsbibliotheek Amsterdam. kolonie van gelijkgestemde Christenen op te richten. Het raadsel van het reismotief illustreert een ander probleem van de biograaf. Er zijn nauwelijks 'echte' biografische gegevens of getuigenissen bekend. Rog geveen heeft zelf niets op schrift gesteld, er is geen privé-correspondentie beschikbaar, er is zelfs geen portret van hem bekend. De auteur vangt het handig op door een rijke en levendige schildering van de con text in ruimte en tijd. De ontdekkingsreis zelf kende veel moeite en tegenspoed. Van het Zuidland geen spoor, maar op 6 april 1722 doemde een eiland op dat op geen enkele kaart stond. De kennismaking met de inwoners (op 10 april), die waarschijnlijk nooit eerder een blanke hadden gezien, verliep voorspoedig. Het eiland bleek bevolkt door nieuwsgierige en vriendelijke (zij het diefachtige) inwoners en voorzien van soms tien meter hoge beelden van hoofden. Hoofdstuk veertien beschrijft prachtig hoe de ontmoeting in zijn werk 52 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 54