Laten we ter introductie eens bij het begin beginnen. Waar
bent u opgegroeid?
Ik ben geboren in Tilburg, in een, zeg maar, kritisch
katholiek gezin met twee zussen en een broer. Een
deel van mijn jeugd heb ik doorgebracht in Hooge
Zwaluwe, een heerlijke tijd! School speelde niet zo'n
rol, buitenspelen daar ging het om. We gingen kilo
meters van huis, ver de polders in. We hadden een
enorme actieradius. Vandaag de dag komen kinderen
nog maar nauwelijks de straat uit...
We woonden boven aan de dijk en zo zag ik i febru
ari 1953 vanaf de eerste verdieping om 6 uur 's mor
gens een muur van water aankomen uit de richting
Lage Zwaluwe en Moerdijk. Het was een gebeurtenis
die in mijn geheugen gegrift staat. Enfin, in 1953 over
stroomde ook het textielbedrijf van m'n vader en zijn
we verhuisd naar Nijmegen, dat was met het oog op
onze studies ook handig.
Werd er aan tafel over politiek en maatschappij gesproken?
Ongetwijfeld, maar daar was ik nog niet zo mee bezig.
Dat kwam later toen ik in 1978 lid werd van het CDA.
Tijdens uw studie economische en organisatiesociologie
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam rolde u zoge
zegd het openbaar bestuur in.
Klopt. In 1982 werd ik lid van de Provinciale Staten
van Utrecht (1982-1989), daarna volgden het lidmaat
schap van het Europees Parlement (1989-2003) en in
2003 het ministerschap.
Een gepland cv?
Helemaal niet. Ik heb nooit wat gepland, maar
gewoon gepakt wat er langs kwam.
Wat voor soort bestuurder bent u? Een denker, een doener
of allebei?
Ik ben heel praktisch ingesteld. Ik wil dingen doen,
resultaten boeken.
U werd minister van Verkeer en Waterstaat in het Tweede
Kabinet-Balkenende. Hoe ging dat in z'n werk?
Daarvoor was ik al eens gevraagd om staatssecretaris
van Economische Zaken te worden, toen had ik al
besloten dat ik alleen Verkeer en Waterstaat wilde,
niets anders. Daar kwam bij dat ik het reizen een
beetje beu was. Voor het Europees Parlement ging ik
de hele wereld over, naar Japan, Korea en Amerika. Ik
was echt zelden thuis. Ze vroegen me wel eens: hoe
doe je dat met je gezin? Dan antwoordde ik: welk
gezin? Ik ben vroeg getrouwd en de kinderen waren
al het huis uit. Maar goed, over mijn ministersbenoe
ming. Ik hoorde dat er drie mannelijke kandidaten
waren, belde Maxime Verhagen en zei dat er in het
vorige kabinet ook al weinig vrouwen zaten. Daarna
hoorde ik een tijd niets, totdat ik in Brussel 's middags
na een vergadering wat zat na te praten en er iemand
zei dat ik al vanaf twee uur op Teletekst stond. Waar
mee dan, vroeg ik? Antwoord: als de nieuwe minister
van Verkeer en Waterstaat. Zo ging dat dus. 's Avonds
om zeven uur belde Maxime. We hebben vervolgens
een paar flessen champagne gedronken en heb ik me
naar huis laten rijden. Welbeschouwd was dit ook de
leukste dag van m'n ministerschap, hahaha. Nee hoor,
het was een fantastische ervaring maar tegelijk lang
niet altijd gemakkelijk. [In haar regeerperiode werden
spitsstroken ingevoerd, ontstond het plan voor de ver
breding van de A2 tot 5 banen en werd de Zuiderzee-
lijn afgeblazen, red.]. Alleen het HSL-dossier al, daar
heb ik wel wakker van gelegen. Ik kreeg, terecht of
niet, er de schuld van dat die trein niet ging rijden. We
weten nu waarom de treinen niet werden geleverd.
Hebben dat soort zware dossiers invloed gehad op uw
beslissing om geen tweede termijn als minister te willen?
Nee hoor. Allereerst vond ik dat kabinet niet leuk en
ten tweede moet je je realiseren wat voor een baan
6 Zeeuws Tijdschrift 2013 1-2