JACOBA VAN BEIEREN
Wie op het criterium 'Zeeland' zoekt in de collectie van het Rijksmuseum, komt onvermijdelijk Jacoba
van Beieren tegen. Ze leefde van 1401 tot 1436 en was gravin van Holland en Zeeland.
Vlecht van Jacoba van Beieren, gedateerd tussen 1406 en 1436. Lengte 36 cm
Jacobakan, gedateerd tussen 1450 en 1550. Steengoed en zilver, 23,3 cm hoog
Haar leven was turbulent. Op vijfjarige leeftijd werd
ze al uitgehuwelijkt, een huwelijk dat effectief werd
voltrokken toen ze veertien was. Twee jaar later was
ze al weduwe, en heel machtig.Na een woelig leven in
het brandpunt van de Hoekse en Kabeljauwse twisten
verloor ze op het eind haar machtige positie en moest
ze haar graafschappen overdragen aan rivaal Filips de
Goede. Enkele gebieden en steden in Zeeland mocht
ze houden, zoals Tholen, Goes en Zuid-Beveland. Om
in haar onderhoud te voorzien. Haar laatste wens om
in Sint-Maartensdijk te worden begraven werd niet
ingewilligd: in de hofkapel aan het Binnenhof kreeg ze
de eeuwige rust.
Onder alles wat van haar bewaard wordt, althans
wat ooit aan haar toegeschreven werd, is de haar
vlecht mogelijk authentiek. Alhoewel, het haar van de
Zeeuwse admiraal Evertsen dat ook in het Rijksmu
seum bewaard wordt, heeft meer kans om als echt
aangemerkt te worden. Van de vele jakobakannetjes
valt de echtheid in ieder geval sterk te betwijfelen. Zie
alleen al de ruime datering van deze kan. Daarbij, er
is een negentiende-eeuws zilveren deksel gemonteerd
waarop de naam van Jacoba met wapen en randschrift
is gegraveerd. En dat brengt ons wellicht bij de verkla
ring voor het bijzondere feit dat Jacoba van Beieren
zo royaal aanwezig is in het Rijks. In de negentiende
eeuw, de tijd van de romantiek, groeide de belang
stelling sterk voor het verre verleden. De tijd van de
gouden eeuw natuurlijk, maar ook de middeleeuwen.
Men wilde helden zien, en dus waren ze er. Dat
leidde dus tot standbeelden van echte helden als De
Ruyter in Vlissingen, maar ook van de commercieel
gewiekste volksschrijver Jacob Cats in Brouwershaven
in 1820. En die romantische blik maakte dus ook dat
er zoveel parafernalia aan Jacoba van Beieren werden
toegeschreven.
9 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4