TORENS VAN BATH
Claes Jansz. Visscher (1587-1652) heeft de torens van Bath nog gezien, als bouwval, maar toch.
De bouwvallen van de toren van Bath in Zeeland - Claes Jansz. Visscher, 1631-1636.
Pen in bruin en penseel in grijs op papier, 90 x 151 mm
In de zestiende eeuw was de heerlijkheid Bath, een
eilandje nog, een paar keer flink overstroomd tot
het helemaal in de golven verdween. De kerk was
al weg, de torens waren de laatste stille getuigen
van wat eens een zelfstandige gemeenschap was
geweest.
De tekening die het Rijksmuseum bewaart is
maar klein, niet meer dan een ansichtkaart. Ter
plekke en in de gauwigheid getekend om de werke
lijkheid vast te leggen en die dan in het atelier om
te werken tot een heuse prent op boekformaat.
Dat was Visschers grootste verdienste: de wer
kelijkheid topografisch nauwkeurig vastleggen. Dat
was aan het begin van de zeventiende eeuw nog
allerminst vanzelfsprekend. Als men in de eeuwen
daarvoor al realistisch schilderde, was dat altijd
een constructie: een combinatie van elementen die
nooit zo in dat geschilderde verband bestonden.
Visscher is een van de eerste kunstenaars in de
Nederlanden die de wereld waarheidsgetrouw vast
legden. Daar was ook behoefte aan in de tijd van de
Tachtigjarige Oorlog en een nog jonge republiek.
Visscher werd beroemd om zijn topografische kaar
ten, verslagen van veldslagen en zijn atlassen die de
nieuwe wereld in beeld brachten.
Nu, 380 jaar later, staat bij Bath overigens weer
een toren. Een radartoren die het moderne scheeps
verkeer veilig van en naar Antwerpen loodst.
OOfi
13 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4