sik
->
Eind negentiende eeuw werd het Gerritsz-orgel van de
Nicolaïkerk in Utrecht overgebracht naar het Rijksmuseum
(rechts op de foto); in 1952 verhuisde dit orgel naar de
Middelburgse Koorkerk. Naast het Gerritsz-orgel stond in het
Rijksmuseum een tijdje het orgelmeubel afkomstig uit de Oude
Lutherse Kerk in Amsterdam (links op de foto) dat zich sinds
1954 in de Nieuwe Kerk in Middelburg bevindt.
rasterwerk afgesloten. Er werden nieuwe frontpijpen
aangebracht ten behoeve van het door Van Leeuwen
gemaakte instrument. Het fraaie orgelfront heeft met
de plaatsing in de Nieuwe Kerk zijn oorspronkelijke
functie als kerkmeubel herwonnen. De schitterende
orgelkas en de luiken zijn in 2001 geheel gerestau
reerd, waarbij oude vernislagen werden verwijderd
en de beschildering van de luiken aanzienlijk aan
schoonheid heeft gewonnen. Het instrument zelf
wachtte lange tijd dringend op grondige revisie; deze
is in 2004 door de orgelbouwfirma Flentrop uit
gevoerd. Thans bezit het instrument een prachtige
klank, waarmee het in de beste zin van het woord
een 'all round' orgel is geworden. Sinds de officiële
ingebruikname destijds door George Stam, directeur
van het conservatorium te Amsterdam, op 24 mei
1954, die daarbij werken vertolkte van Jan Pieterszoon
Sweelinck (die op zijn beurt in 1603 ooit het eerste
orgel in dezelfde Middelburgse kerk had gekeurd),
Bach, Mendelssohn en De Wolf, hebben talloze groot
heden uit binnen- en buitenland op dit orgel gecon
certeerd. Het instrument vormt thans de spil van
een levendige orgelcultuur en geniet internationale
vermaardheid.
Het historische orgel in de Koorkerk
Bepaald niet minder vermaard, maar om andere
redenen dan de klank, is het wereldberoemde, mid
deleeuwse, zogenoemde Peter Gerritsz-orgel, waarvan
de kassen sinds 1952 de Koorkerk sieren. Men vindt
in elk goed boek over Europese orgelgeschiedenis
een vermelding en vaak ook een afbeelding van deze
kassen. Want alleen deze zijn, met de frontpijpen, in
Middelburg opgesteld; de rest van het instrument is
destijds weliswaar net zo goed ter beschikking gesteld
maar bevindt zich niettemin elders in den lande. Jaar
lijks komen talloze toeristen de kassen bewonderen,
die inmiddels ten volle een eigen plaats in de geschie
denis en cultuur van Middelburg hebben verworven
en een prachtig harmonieus geheel met het kerkge
bouw vormen.
Het instrument werd ooit gebouwd voor de Nico
laïkerk te Utrecht en de oudste delen ervan stammen
uit het jaar 1479. In 1547 werd het huidige rugpositief
toegevoegd; zowel de beide kassen als veel van het
inwendige van dit als zodanig oudst bewaard geble
ven orgel van Nederland, dat daarmee tevens van
uitzonderlijk mondiaal belang is, zijn overgeleverd.
Omdat het instrument na eeuwen van trouwe dienst
in Utrecht niet meer bruikbaar werd geacht, werd
aldaar tot de bouw van een nieuw orgel besloten. Het
oorspronkelijke Nicolaïorgel belandde kort na de hier
boven genoemde Amsterdamse Duyschot-kas in het
Rijksmuseum.
Mr. A. Bouman, orgeldeskundige en auteur van
het overbekende boekje Orgels in Nederland (Amster
dam 1943) kon evenwel weinig waardering opbrengen
voor de wijze waarop dit in zijn ogen 'orgelhistorisch
zeldzaam belangrijke' instrument werd geconser
veerd, namelijk 'slordig in elkaar gehangen, verstof-
fend op een der zolders, een blamage voor de
wijze waarop in ons land oude orgels worden geres
pecteerd' (p. 37). Het instrument, 'dat ons door het bui
tenland wordt benijd, verdient een waardige publieke
opstelling (p. 38). En een dergelijke, waardige
plaats kreeg het uiteindelijk in 1952 in de Middelburg-
26 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4