GEEP Zeeuws streekvoedsel bij uitstek tekst Menno Steketee N E <L> CS oo bb 2 Een leuk dagje mee met weervissers. 'Weervissers', dat klinkt als een hele club, maar het zijn er maar twee. In heel Nederland. Cor van Dort (81) en Hans van Schilt (52) varen van de Bergse Diepsluis uit met een aluminium vlet naar de rijen staken die de vis bij afgaand water een 'kamer' binnen loodsen. Het bootje scheurt over de ondieptes van Oosterschelde. Wind in de haren, zilt in de neus, er is slechter werk denkbaar. Aangekomen bij de weer stappen Cor en Hans naast de boot, ontrollen een net en jagen de vissen van de 'kamer' een puntig net in, ongeveer zoals een eendenkooi. Ansjovis zit er vandaag niet in, maar wel bliek en jonge haring. Maar vooral: geep. Met hun snavels zie je ze door de mazen prikken, tevergeefs op zoek naar de uitgang. Ze belanden in het krat. Als één vis het verdient om ook Zeeuws streekge- recht te worden, of zelfs thuis hoort tussen die Pre sidia van Slow Food, dan is het de groengratige geep: mager, lekker en alleen in het seizoen te vangen. Maar, bijna geen visser vangt ze aangezien ze alleen in de hogere regionen van het water zwemmen en daarmee buiten het bereik van reguliere bodemnetten blijven. Tip: vang ze zelf met de hengel. Of: koop ze bij Hans en Cor. Het recept voor 'geep in het groen' komt uit Het Nederlands Viskookboek van Bart van Olphen. ingrediënten 4 gePen 50 gram bloem 2 uien 15 gram roomboter 1 dl droge witte wijn 2 dl warme kippenbouillon 1 tl venkelzaad 5 stelen peterselie 1 bosje kervel 1 hand platte peterselie 200 gram spinazie, gewassen en gedroogd 6 takjes dragon 4 blaadjes salie 10 blaadjes zuring 15 gram roomboter, koud paar druppels citroensap water peper uit de molen zout Maak de vissen schoon, hak de kop en staart eraf, snijd de vis in moten en wentel ze door de bloem. Snijd 1 ui in ringen en 1 ui in grove stukken. Doe een klont roomboter in een koekenpan en bak de uiringen op zacht vuur glazig. Smelt ook in de viskoekenpan een klont roomboter en bak de geepstukken in 3 minuten aan beide kanten bruin. Voeg de uiringen, een scheutje witte wijn, warme kippenbouillon, venkelzaadjes en peterseliestelen toe. Stoof de vis gaar, haal van het vuur halen en maak de kruidenpuree. Kun je aan zuring komen, dan tien blaadjes zuring verwerken - in eilanden en bermen vind je de plant genoeg, trouwens. Breng voor de kruidenpuree in een pannetje water aan de kook, voeg zout toe en blancheer de kruiden en de spinazie kort. Spoel de kruiden direct daarna af in een vergiet, met ijskoud water. Draai de ui met de geblancheerde kruiden en spi nazie en een scheutje water in een keukenmachine tot een gladde puree. Is de vis klaar, dan het vocht binden met een paar klontjes koude roomboter. Voeg de kruidenpuree en een paar druppeltjes citroensap toe, een aantal keer omscheppen, op smaak brengen met peper en zout. Als je lang wacht met opdienen, verliest de kruiden puree kleur. 33 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 35