TENTOONSTELLINGSRUIMTE Nederlandse inzending 55ste Biënnale van Venetië tekst Lorenzo Benedetti vertaling Paul van der Velde _o <l> TO i I— c w> q_ i_ O) o Op 30 april 1895 opende de Biënnale van Venetië voor het eerst haar deuren. De tentoonstelling werd gehou den in het Palazzo dell'Esposizione in de Giardini di Castello. Met meer dan 200.000 bezoekers was het meteen al een enorm succes (nu voor de 55ste Biën nale zijn er 350.000 bezoekers). Pas in 1907 werd het eerste nationale paviljoen geopend en wel dat van onze zuiderburen en het zou nog voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak, gevolgd worden door die van Hongarije, Frankrijk, Engeland en Rusland. Deze paviljoens waren uitingen van groeiende nationalisti sche gevoelens in die dagen. Nederlands paviljoen uit Zweden Het was een zonnige dag die vijftiende april 1914 toen het eerste Nederlands paviljoen werd geopend. Het was oorspronkelijk als Zweeds paviljoen ontworpen door de Zweedse architect Ferdinand Boberg. Neder land kon het gebouw overnemen omdat het voorschot dat de organisatoren van de Biënnale aan Zweden hadden gegeven niet was terugbetaald. Ze zochten contact met Nederland dat het hele gebouw kon krij gen mits het voorschot werd betaald. Dat was een te mooi voorstel om te laten lopen. Het Nederlands nati onalisme paste best in een Zweeds omhulsel. De organisatoren - waaronder de architect H. P. Berlage en de schilder Jan Toorop - hingen het gebouw, in de traditie van de salontentoonstellingen, van vloer tot plafond vol met werk van 43 Nederlandse kunstenaars zoals Isaac Israëls en Hendrik Willem Mesdag. Daarmee wilden ze laten zien dat Nederland mee kon spelen in het internationale kunstconcert. Het gebouw zou tot 1952 dienst doen. Rietveld Paviljoen Gerrit Rietveld (1888-1964) kreeg de opdracht om een nieuw en permanent paviljoen te ontwerpen dat beter was toegesneden op de eisen van de naoorlogse kunst. Het modernistische gebouw dat tussen het hoofdpaviljoen en het Belgische staat, werd op 19 juni 4 Zeeuws Tijdschrift 2013 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 6