(links) Scholieren voor cafetaria Delta in de Noordstraat, rechts staat lerares natuurkunde mevrouw W. Albada, ie Henk Beun, de tweeling Wies en Wim Wieland en Karei Klasen, 1967. Foto's: Frank Visser (rechts) In de hbs-klas zaten links dus Klok, een soort kabouter. Om nog even voort te gaan met de beeldspraak van daarnet: achteraf bezien luidde dit inci dent een nieuw tijdperk in. Wij verloren onze onschuld - ik in elk geval. Als brugklasser had ik plichtsgetrouw huiswerk gemaakt. Voor Frans leerde ik zelfs een half leesboek uit het hoofd. Is daarvan iets blijven hangen? Ja, één zinnetje: 'J'aime la vie en plein air'. In de eerste holden we elkaar na op de glibbe rige, houten, twee verdiepingen tellende steigers van de vissershaven achter school en gingen zwemmen in het openluchtbad naast de Schelde. Vanaf de tweede klas gymnasium werd alles anders. Ik werd hevig verliefd op twee meisjes tegelijk, maar kon niet kiezen. Dat laatste was trouwens irrele vant. Zij kozen andere jongens. Vanuit de hoofdstad blies de wind van de verandering ook richting Terneu- zen. Opstandig stortte ik mij in heilloze ethische discussies over het chemisch wapentuig van Dow, apartheidspoli tiek, ontwikkelingshulp. Kortom: steriel geklets. Voor huiswerk nam ik weinig tijd. Ik raffelde het af: by the way vertaalde ik onbekommerd met bij de weg. Het was een verleidelijke vorm van verzet. Meestal schreef ik over. Daarbij ging ik - dat moet gezegd - selectief te werk, want ik bleef nooit zitten. Anderen waren praktischer ingesteld. Hun protest wierp direct vruchten af. De rector had het dragen van spijkerbroeken voor meisjes verboden - volgens Olga en Epie en Addy. Nu genoot rector Jansen een merkwaardige, waarschijnlijk onverdiende reputatie. Hij vertoonde zich zelden. Toch wist iedereen zeker, dat hij de hele werk dag boven zijn aquarium doorbracht, trage zwembewegingen met de handen makend in het lauwe water tussen de tropische vissen. Ook dat was een schande, vonden zij. We moesten een daad stellen. Morgen moesten we allemaal een spijkerbroek aandoen. Ik wierp tegen, dat ik zo'n ding niet bezat. 'Trek een jurk aan', adviseerden zij schouderophalend. Een dag lang liep ik voor gek. Van kledingvoorschriften is ver der nooit meer iets vernomen. Een leerlingenkantine bezat de school niet. Binnen mochten alleen leraren roken. In de pauze moest je dus naar bui ten - weer of geen weer. Op het school plein achter het hoofdgebouw was geen plaats voor ons. Daar stonden barakken, vuilnisbakken en geparkeerde fietsen. Naast het toegangshek bevond zich een stinkend urinoir. Vanuit portieken aan de overkant zagen wij, de jongeren, toe, hoe ouderejaars met hun sigaretten bij dit pis- kot rondhingen. De boomlange Arie Faas besloot hieraan een eind te maken. Hij verzamelde volgelingen, die hij 'Oeloes' noemde, en organiseerde demonstratieve happenings op de stoep van het stadhuis. Toen boerenkinkels deze plaatselijke provo's weg mepten, verplaatste Arie zijn activiteiten. Naast het gewraakte piskot deponeerde hij nu een leunstoel en invi teerde passanten beleefd om de vreemde luchtjes op te snuiven. Hij sprak overre dend en met veel taalgevoel: 'Neem er uw gemak van.' Later stak een neef van twee ling Wieland de fauteuil in brand en werd Arie gedwongen de boel op te redderen met emmer en dweil. Een nederlaag? Nee, een paar dagen daarna had de overheid het urinoir verwijderd. Bij gebrek aan deugdelijke leerlin genvoorzieningen weken vriend Jan Tollenaar en ik tijdens tussenuren op zaterdagochtend soms uit naar Hotel Rotterdam of De Ambassadeur. Griekse grammatica open op tafel. Glaasje rode port erbij. Cubaanse sigaar in het hoofd. Leren kreeg plotseling een onserieus, feestelijk karakter. Wij waanden onszelf ware revolutionairen. Het jaarlijks terugkerende gymnasium- feest in het grote, kaarsverlichte muziek- 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 35