Frank Deij, dj bij El Sombrero in Axel, 1972
In het archief van de voormalige
gemeente Axel ligt een speech uit 1963 van
Pieter Dregmans, destijds raadsadviseur
van het ministerie van Defensie. Hij citeert
zijn ouders die afgeven op burgemeester
Johannes Huizinga, die in 1912 van Axel
naar Terneuzen vertrekt, en beweren dat
het PH eigenlijk in Axel hoort te staan.
'Dat hij naar Terneuzen ging hebben onze
ouders hem nimmer vergeven. Was hij als
burgemeester van Axel geporteerd en actief
werkzaam voorde oprichting van de Chris
telijke H.B.S te Axel, burgemeester van
Terneuzen geworden bewerkstelligt hij dat
aldaar op korte termijn een Rijks-H.B.S. tot
stand kwam.' Dankzij deze geschiedschrij
ving weten we nu dat de Axelse verguizing
van Huizinga onterecht is.
Frank Deij, havo 1972-1974
Een basis om op verder te gaan!
Perdeck, was de eerste docent van het
PH waar ik mee te maken kreeg. Niet
op school, thuis! Hij doceerde muziek
en had mijn zus Hella in de klas. Mijn
zus was goed maar ook rebels. Ik geloof
niet dat cum laude op havoniveau wordt
gehanteerd maar met haar cijferlijst was
ze er zeker voor in aanmerking gekomen.
Hella maakte het bont, zo bont dat hij
geen les meer kon geven. Hij toog naar
ons ouderlijk huis in Axel en vertelde
met tranen in zijn ogen wat die 'rotmeid'
allemaal had uitgehaald. Mijn zus had al
meerdere scholen bezocht en meerdere
keren laten zien dat ze geen doetje was.
Het stormde in huize Liefting. 'Zo'n lieve,
gevoelige man, hoe kun je!' Daarna zijn
er geen onvertogen woorden meer geval
len. Het was opgelost. Toen kwam ik, een
paar jaar later, weer een Liefting. Wat ze
onthouden hadden van mijn zus was niet
het goede; ik had een naam.
We kwamen uit Axel, op de fiets, en
zaten allemaal bij elkaar in klas id. Hans
Schot, Frans Lenssen, Daisy Verbunt,
Jolanda Schippers, René Jansen, Rini
Roose, Ellie de Feijter, Pleunie Wolfert,
Lucie de Graaf en nog vele anderen, de
meesten van buiten Terneuzen. De groep
verzamelde zich aan De Statie in Axel en
vertrok om 7.30 uur. De lessen begonnen
om 8.10 uur. Axel en Terneuzen lagen
nog ver uit elkaar; na de Nieuwendijk
duurde het tot de flat aan de Diepenbrock-
straat voor Terneuzen begon. Al dan niet,
afhankelijk van het weer, kwamen we in
grote regenpakken aan op onze nieuwe
fietsen. Alles op de groei gekocht, je
moest er tenslotte nog jaren mee doen. Ik
weet nog hoe vreemd ik die school vond.
Elke keer een klein uurtje les en dan weer
naar het volgende uur. Veel tussenuren
waar je de tijd een beetje moest doden,
veel lol onder elkaar.
'Steel je nog wel eens', vroeg laatst Jan
Wink, mijn oud-docent aardrijkskunde.
Hij zat aan een tafeltje in een hoek van
café De Vriendschap. Met pretogen keek
hij me aan. Dat kan hij geweldig; iemand
overvallen met een opmerking. Dat deed
hij vroeger op het PH ook al. Ogenschijn
lijk afwezig, lurkend aan een Gauloise,
een Franse sigaret. Ik kon weinig anders
zeggen als 'euh?' Hij had nogal last van
de krijtjes die ze op het bord gebruikten.
Hij kon wel tegen die smerige sigaretten
maar niet tegen krijtstof. Op een dag was
zijn doosje krijtjes vervangen. Nieuw krijt,
iets vetter, gaf geen piepjes waar je kip
penvel van kreeg en was stofvrij. Volgens
hem had ik het gedaan. Ik was als enige
naar de open dag geweest van het Zelden-
rustcollege. Ik weet het niet meer maar ik
zou het voor hem gedaan hebben.
Mijn Duits was dramatisch. Slot en
later Stam waren de docenten die mij
Duits probeerden bij te brengen. Tau-
zendmal schreiben und hunderttauzend
mal lemen, veertig jaar later voel ik het
nog. Bang voor Slot, bang om voor de
klas te staan en in het Duits woordjes op
te dreunen, elke keer weer afgaan. Als je
faalangst niet van thuis had meegekregen
werd het daar geboren. Het jaar daarop
kreeg ik Stam. Het verbeterde niks, ik
ging de vakantie in met een 'taak' voor
Duits. Ik zou pas overgaan als ik die taak
volbracht. Thuis waren ze niet blij maar
mijn vader, vrachtwagenchauffeur, pakte
het praktisch op. Hij zette me in zijn
truck en bracht me naar Bergneustadt.
Daar woonde een kennis die een
Raststatte dreef. Ik moest hem maar gaan
helpen achter de bar in zijn café-restau
rant in de weekenden en doordeweeks bij
de verbouw van zijn aankoop in Keulen,
de Haifischbar. Zes weken tussen bouw
vakkers en kroegbezoekers en geen van
hen sprak een woord Nederlands. Ik weet
nog dat bij de opening een band kwam
optreden. Vier swingende zwarte mannen
uit Suriname, ze spraken gebrekkig Duits.
Wat was ik blij met ze, eindelijk mensen
die ik goed kon verstaan!
Ik ben er zeker honderd keer uit
gestuurd, heb docenten bewonderd en
getreiterd, heb drie dagen eenzame
opsluiting gehad in het dokterskamertje,
heb er twee jaar langer over gedaan, heb
4i