kaarten geleerd, mijn draai gevonden, vrienden gemaakt en mijn diploma gehaald. Een prachtige tijd, een basis om op verder te gaan! Cees Liefting, havo ïgyo-igyy Paradise lost Het moet eind 1969 bij Adje zijn geweest. Zijn volgestouwde zolderkamer bevatte tal loze schatten: wierook die door zijn oude re broer uit een hindoetempel in India was meegenomen (althans dat beweerde hij), een beduimeld exemplaar van The Doors of Perception van Aldous Huxley, de vloeistofprojector waarmee hij schoolfees ten voorzag van een doorschijnend vliesje mystiek, het underground magazine Aloha met de wonderlijke strips van Robert Crumb. Ik was bijna veertien en Adjes zolderkamer was een schacht die toegang bood tot een heerlijke, maar ook wat beangstigende nieuwe wereld. En die voor al via mijn oren bezit van mij nam. Ieder bezoek aan Adje was een ritueel, waarin hij mij inwijdde in de magische klan ken van Jefferson Airplane, Quicksilver Messenger Service, Mathhews Southern Comfort, King Crimson, Grateful Dead, The Velvet Underground. Ik keek tegen de twee jaar oudere Adje op, want hij leek thuis te zijn in die geheimzinnige wereld waartoe ik ook zo graag wilde behoren. Popmuziek is onlosmakelijk ver bonden met persoonlijke ervaringen, stemmingen en herinneringen. En geen ander genre is zozeer verstrengeld met de jeugdige zoektocht naar de eigen iden titeit. Voor mij begon die tocht in 1968, toen ik met een veel te grote boekentas de eerste klas van het Petrus Hondius in Terneuzen betrad. De lucht was zwanger van de voorafgaande summer of love en de tegencultuur sijpelde de provincie binnen. Het was het jaar van het legen darische optreden van Pink Floyd in het Patronaatsgebouw - een van de eerste optredens van de band buiten Engeland en een van de laatste met Syd Barrett -, waarvan ik achteraf zo graag getuige had willen zijn. Iedere nieuwe ervaring uit die periode is getoonzet. Ik kan nog altijd Procol Harem's Whiter Shade of Pale niet horen zonder mij de intensiteit te herinneren van de eerste, schuchtere kus, gewisseld tijdens een schoolfeest in de halfduistere, met visnetten versierde hal van het aan de Markt in Terneuzen gelegen PH. De vroege Dylan is voor mij onlosmakelijk verbonden met de 'aksies' voor meer inspraak van de scholieren (kracht bijgezet door het met een grote ketting afsluiten van het hek dat toegang gaf tot de school) en tegen de oorlog in Vietnam, Outspan sinaasappelen en de kerncentrale bij Doel. En de stemmen van Grace Slick op Surrealistic Pillow en Dr. John the Night Tripper op Gris Gris geuren nog altijd naar de waterpijp met zwarte Afghaanse hasj, die ik met mijn vrienden in Club Dhyana deelde, en naar de verbijstering die de onmetelijkheid van het heelal vervolgens in ons opriep. Ook in mijn latere leven heb ik nog regelmatig muziek gehoord die een grote indruk op mij maakte, maar nooit hebben muzikale indrukken zich opnieuw zo diep kunnen nestelen als in de jaren dat ik de wereld en mijzelf ontdekte. Mijn 'beste pop-album aller tijden' moet daarom wel uit die periode stammen. Maar een keuze te maken uit de muziek die mij toen heeft gestempeld is vrijwel onmogelijk. Hier kan alleen het toeval beslissen. Ik schrijf deze regels in de Michigan Union in Ann Arbor. Op de trap van deze beroemde stu dentensociëteit kondigde John F. Kennedy op 14 oktober i960 de oprichting van een For The Money Binnenkant van de platenhoes van We're Only In It 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2013 | | pagina 43