Mozaïek op de gevel van Brittania in Vlissingen (detail) na restauratie. Foto: Art Conservation kamers. Doordat dezelfde materialen gebruikt wor den als voor het paviljoen ontstaat een eenheid (Ten Cate, 2003, pp. 114-115). De mozaïeken, die Van Roode voor het hotelge deelte ontwerpt zijn minder figuratief en zetten zich voort vanuit het paviljoen over de lobby van het hotel en vervolgens over een serre om tenslotte te eindigen bij de aansluiting van de serre aan de zijkant van de hoteltoren. Het totaal beslaat ongeveer 40 meter. De voorstelling bestaat voornamelijk uit slangen, die samen verschillende soorten figuren vormen, waarin soms nog enkele elementen van de eerste serie in te herkennen zijn. Daardoor is het toch een logische voortzetting van het mozaïek van het vijf jaar tevo ren gebouwde paviljoen. Daarmee is het geheel aan mozaïeken onlosmakelijk verbonden met de architec tuur van het gehele gebouw zowel van binnen als van buiten. Het nieuwe hotelgedeelte wordt op 1 juni i960 geopend. Zal Britannia behouden blijven? De eerste jaren na de ingebruikname zijn door de directie van Britannia alle mogelijke aanpassingen en verbouwingen uitvoerig overlegd met de architecten tot zelfs de plaatsing van buitenlantaarns toe. Dit is van wezenlijke betekenis om het oorspronkelijke karakter te bewaren. In de loop van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn echter onder een nieuwe directie veel verbouwingen verricht die zowel paviljoen als hoteltoren schade hebben berokkend. Zo is er op een uiterst knullige wijze een vloer gelegd in de vide en tegelijk het gedeelte van het fries op het binnenbalkon verwijderd en vernield. Daardoor is de ruimtelijke werking en de lichtval in het restaurant sterk afgenomen. Terecht klagen bezoekers dat het restaurant een sombere uitstraling heeft gekregen. Boven het buitenterras met dansvloer is een serre aan gebouwd; het zinkwerk van het dak is daarbij onder in het mozaïek gestoken. Ook is er aan de voorkant van 23 Zeeuws Tijdschrift 2014 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2014 | | pagina 23