RECIPROCAL TEACHING
Het Liberal Arts en Science-paradigma
in praktijk onder de Lange jan
Wat zijn de kenmerken van het zogenoemde 'excellent teaching'
waarmee de Roosevelt Academy (nu University College Roosevelt,
UCR) destijds in Nederland als eerste begon? Hoe werkt dat 'active,
interactive learning' in de praktijk? Welke houding, context, kennis
en vaardigheden stelt dat aan zowel docenten als studenten? Emeri
tus hoogleraar psychologie René Diekstra geeft het ZT een college.
tekst Oscar Steens
In 2003 kreeg René Diekstra een even 'uitdagend als
angstaanjagend' aanbod. Of hij als hoogleraar psycho
logie aan het toen nog op te richten University College
in Middelburg de inmiddels internationaal wijdver
breide, door talloze wetenschappelijke onderzoeken
ondersteunde Liberal Arts en Sciences-benadering in
de praktijk wilde gaan brengen?
In het liber amicorum voor Hans Adriaansens
(oprichter van de Roosevelt Academy, 2004) - hij was
het die de psycholoog destijds met die vraag benaderde
- blikte Diekstra op dat moment terug: 'Mijn aarzelen
de eerste reactie op die uitnodiging was niet ingegeven
door gebrek aan enthousiasme of motivatie over het
Liberal Arts en Sciences-concept zoals Hans Adriaan
sens dat helder wist uit te leggen. Het was vooral angst
voor het onbekende. Ik was zelf niet zo opgeleid. Dus
zou ik het anderen dan wel kunnen leren? Het was
ook de angst voor de vrijheid. "Ik geef je volledig de
vrije hand voor wat betreft het inrichten van je cursus
sen. Met één restrictie. De kwaliteit moet boven iedere
twijfel verheven zijn." En daarmee was het ook angst
voor kwetsbaarheid. Want het enige waarop zowel mijn
collega's in Middelburg als ik, zo maakte Adriaansens
duidelijk, afgerekend zouden worden, was de kwaliteit
van ons onderwijs. Natuurlijk werden we verondersteld
onderzoek te (blijven) doen. Maar onderwijs, daar ging
het om, dat was de maatstaf. De enige echte.'
Diekstra nu: 'Ik heb mijn kans gegrepen en ben
aan de slag gegaan met iets wat me al heel lang inte
resseerde. Namelijk hoe je er als docent voor zorgt
dat studenten snel oog krijgen voor de zin van wat
ze leren, dat ze leren welke betekenis dat heeft of
kan hebben voor de manier waarop je in de wereld
rondloopt. Let wel, dat sloot destijds niet echt aan bij
de cultuur aan de universiteiten, daar lag het accent
op kennisoverdracht, onderzoek en publiceren. Niet
op interactief leren en kennis-coconstructie in de
collegezaal. Vandaar kregen studenten in de eerste
jaren vooral onderwijs van assistenten en niet van
de allerbeste professoren. Die hadden daar geen tijd
12 Zeeuws Tijdschrift 2014 2-3